Koppelen (to couple) conjugation

Dutch
21 examples

Conjugation of koppelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
koppel
I couple
koppelt
you couple
koppelt
he/she/it couples
koppelen
we couple
koppelen
you all couple
koppelen
they couple
Present perfect tense
heb gekoppeld
I have coupled
hebt gekoppeld
you have coupled
heeft gekoppeld
he/she/it has coupled
hebben gekoppeld
we have coupled
hebben gekoppeld
you all have coupled
hebben gekoppeld
they have coupled
Past tense
koppelde
I coupled
koppelde
you coupled
koppelde
he/she/it coupled
koppelden
we coupled
koppelden
you all coupled
koppelden
they coupled
Future tense
zal koppelen
I will couple
zult koppelen
you will couple
zal koppelen
he/she/it will couple
zullen koppelen
we will couple
zullen koppelen
you all will couple
zullen koppelen
they will couple
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou koppelen
I would couple
zou koppelen
you would couple
zou koppelen
he/she/it would couple
zouden koppelen
we would couple
zouden koppelen
you all would couple
zouden koppelen
they would couple
Subjunctive mood
koppele
I couple
koppele
you couple
koppele
he/she/it couple
koppele
we couple
koppele
you all couple
koppele
they couple
Past perfect tense
had gekoppeld
I had coupled
had gekoppeld
you had coupled
had gekoppeld
he/she/it had coupled
hadden gekoppeld
we had coupled
hadden gekoppeld
you all had coupled
hadden gekoppeld
they had coupled
Future perf.
zal gekoppeld hebben
I will have coupled
zal gekoppeld hebben
you will have coupled
zal gekoppeld hebben
he/she/it will have coupled
zullen gekoppeld hebben
we will have coupled
zullen gekoppeld hebben
you all will have coupled
zullen gekoppeld hebben
they will have coupled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekoppeld hebben
I would have coupled
zou gekoppeld hebben
you would have coupled
zou gekoppeld hebben
he/she/it would have coupled
zouden gekoppeld hebben
we would have coupled
zouden gekoppeld hebben
you all would have coupled
zouden gekoppeld hebben
they would have coupled
Du
Ihr
Imperative mood
koppel
couple
koppelt
couple

Examples of koppelen

Example in DutchTranslation in English
- Weggooiwapens. We kunnen ze niet meer aan de daders koppelen.Put up a couple of booths, we could have ourselves a gun show out here.
-Goed, we koppelen de wagon los.- Fine. Then we'll uncouple the car.
De bewering dat we zouden moeten koppelen, dat we stelletjes moeten vormen.This assertion that we are supposed to pair up, you know, that we have to be in couples.
Hopelijk kan hij ons helpen ze te koppelen aan wat vermiste wapens uit Pendleton.Hopefully, he can help us link them to a couple weapons gone missing from Pendleton.
Ik zei tegen Roger dat we de loc los kunnen koppelen en kunnen wegrijden.Anyway, we've got a small problem. I've promised Roger we'll uncouple the engine from the other carriages and drive it forward.
"Ah, daar ben je, een gelukkig koppel."Ah, there you are, a happy couple.
"Lief koppel van oude vrijsters,""Sweet couple of spinsters,"
"we hebben ruzie zoals elk getrouwd koppel.""We have squabbles like any married couple."
'Geliefden' is een vrolijke kaart, maar samen met 'Oordeel'... betekent het dat er iets mis is met dit koppel.The lovers is a joyful card, but paired with judgment, it means there's something wrong with this couple. It's a bad match.
'Leuk koppel gesignaleerd:"cute couple alert: Here comes Morgan and Anna."
-Dus uit alle 13 mensen... koppelt hij een vrouw, 60ger en een man, 30ger. Een getrouwd stel voor de ogen van hun kinderen.So, of all 13 people, he puts together woman in her 60's, guy in his 30's, married couple in front of their kids.
Als je het koppelt aan de lengte en dat er nergen gevochten is.Bullet no, but coupled with the height and the lack of struggle...
Het is een subcultuur die de eenvoud en romantiek uit het verleden omarmt... en dat koppelt aan de hoop en verwachtingen van de supercoole futuristische ontwerpen.It's a subculture that embraces the simplicity and romance of the past at the same time, couples it with the hope and promise and sheer super-coolness of futuristic design.
Om 03.00 uur koppelt er een schip aan met een paar honderd Narns aan boord.At 0300, a ship's gonna dock in Bay 9. It will be carrying a couple hundred Narns from one of their colonies.
- Inductief gekoppeld plasma massaspectrometrie.- (sighing) Inductively coupled plasma mass spectrometry.
Alle resultaten gekoppeld geven ons dan een goed idee van haar afkomst.Once we have those results, coupled with these, we should be able to narrow down her place of origin considerably.
Alleen zijn gekoppeld aan moorddadige ideeën zouden heb nog meer teruggetrokken maken.Isolation coupled with homicidal ideation would have made him even more reclusive.
Als er stroom op komt, wordt het met straling aan de grond gekoppeld.We couple it to a state that is radiatively coupled to the ground.
Cthulhu's vermelding voor de volledige dominantie en interdimensionary regel is zonder twijfel, en nu, gekoppeld aan de legitimiteit en direct herkenbaar merk van de Coon, willen we verandering brengen en het bestrijden van onrecht, als de nieuwe Coon and friends.Cthulhu's track record for complete dominance and interdimensionary rule is without question, and now, coupled with the legitimacy and instantly recognizable brand name of the Coon, we intend to bring change and fight injustice, as the all new Coon and friends.
Een miljard kilometer van de aarde... koppelde een kleine sonde zich los van het moederschip... en ging op zijn doel af.A billion kilometres from the Earth, a small probe uncoupled from an interplanetary spacecraft and headed for its target.
Hij koppelde onze wagon los en probeerde ons op te blazen.He uncoupled the car that we were in and tried to blow us up. - Oh, my God.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hippelen
do
huppelen
hop
klepelen
mulch
kokkelen
do
konkelen
intrigue
korrelen
granulate
sappelen
struggle
tappelen
do
tippelen
solicit

Similar but longer

afkoppelen
uncouple

Random

kittelen
do
kleven
stick
knersen
gnash
koken
boil
koloniseren
colonize
kopjeduikelen
somersault
koppen
couple
krabbedieven
crab thieves
kraken
argue
kribben
quarrel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'couple':

None found.
Learning languages?