Knobelen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of knobelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knobel
I do
knobelt
you do
knobelt
he/she/it does
knobelen
we do
knobelen
you all do
knobelen
they do
Present perfect tense
heb geknobeld
I have done
hebt geknobeld
you have done
heeft geknobeld
he/she/it has done
hebben geknobeld
we have done
hebben geknobeld
you all have done
hebben geknobeld
they have done
Past tense
knobelde
I did
knobelde
you did
knobelde
he/she/it did
knobelden
we did
knobelden
you all did
knobelden
they did
Future tense
zal knobelen
I will do
zult knobelen
you will do
zal knobelen
he/she/it will do
zullen knobelen
we will do
zullen knobelen
you all will do
zullen knobelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou knobelen
I would do
zou knobelen
you would do
zou knobelen
he/she/it would do
zouden knobelen
we would do
zouden knobelen
you all would do
zouden knobelen
they would do
Subjunctive mood
knobele
I do
knobele
you do
knobele
he/she/it do
knobele
we do
knobele
you all do
knobele
they do
Past perfect tense
had geknobeld
I had done
had geknobeld
you had done
had geknobeld
he/she/it had done
hadden geknobeld
we had done
hadden geknobeld
you all had done
hadden geknobeld
they had done
Future perf.
zal geknobeld hebben
I will have done
zal geknobeld hebben
you will have done
zal geknobeld hebben
he/she/it will have done
zullen geknobeld hebben
we will have done
zullen geknobeld hebben
you all will have done
zullen geknobeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geknobeld hebben
I would have done
zou geknobeld hebben
you would have done
zou geknobeld hebben
he/she/it would have done
zouden geknobeld hebben
we would have done
zouden geknobeld hebben
you all would have done
zouden geknobeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
knobel
do
knobelt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kabbelen
ripple
kibbelen
quibble
knevelen
pinion

Similar but longer

knobbelen
do

Random

kleinmaken
make smaller
klieven
cleave
klitten
do
knabbelen
nibble
knauwen
bite
knobbelen
do
knoeien
botch
kogelen
do
kolderen
do
kopen
buy

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?