Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Irrigeren (to irrigate) conjugation

Dutch
13 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
irrigeer
irrigeert
irrigeert
irrigeren
irrigeren
irrigeren
Present perfect tense
heb geïrrigeerd
hebt geïrrigeerd
heeft geïrrigeerd
hebben geïrrigeerd
hebben geïrrigeerd
hebben geïrrigeerd
Past tense
irrigeerde
irrigeerde
irrigeerde
irrigeerden
irrigeerden
irrigeerden
Future tense
zal irrigeren
zult irrigeren
zal irrigeren
zullen irrigeren
zullen irrigeren
zullen irrigeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou irrigeren
zou irrigeren
zou irrigeren
zouden irrigeren
zouden irrigeren
zouden irrigeren
Subjunctive mood
irrigere
irrigere
irrigere
irrigere
irrigere
irrigere
Past perfect tense
had geïrrigeerd
had geïrrigeerd
had geïrrigeerd
hadden geïrrigeerd
hadden geïrrigeerd
hadden geïrrigeerd
Future perf.
zal geïrrigeerd hebben
zal geïrrigeerd hebben
zal geïrrigeerd hebben
zullen geïrrigeerd hebben
zullen geïrrigeerd hebben
zullen geïrrigeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïrrigeerd hebben
zou geïrrigeerd hebben
zou geïrrigeerd hebben
zouden geïrrigeerd hebben
zouden geïrrigeerd hebben
zouden geïrrigeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
irrigeer
irrigeert

Examples of irrigeren

Example in DutchTranslation in English
- Eerst de wond irrigeren.You gotta irrigate the wound first.
- Maar niet om te irrigeren.Not enough to irrigate for too long.
Aqualike Corporation putten eigenlijk de bronnen uit... zodat de lokale boeren in Kashmir niet genoeg hebben om hun gewassen te irrigeren.Aqualike Corporation practices are actually depleting the water table so that the local Kashmirian farmers don't have enough to irrigate their crops.
De oceanen, met grote hoeveelheden water... die dit verdroogde land niet kunnen irrigeren... omdat ze vergiftigd zijn met zout.The oceans themselves, great bodies of water that might irrigate... this withered land, but cannot. And why? Because they are poisoned with salt.
Ga erin en irrigeren voor we verder gaan.Get in here and irrigate before we move on.
Boki, irrigeer het veld.Boki, bulb irrigate the field.
Met 100.000 liter water irrigeer je 'n vierkante kilometer.As I remember, you can irrigate one acre with about 15,000 cubic feet of water.
Zorg dat je iedereen vertelt hoe je die bloemen irrigeert.I want you to be sure and tell everyone how you irrigate those flowers.
Als de Zoeloes Michael Caine zo hadden genoemd had hij het hele veld geïrrigeerd.If the Zulu's had called Michael Caine a naughty man He would have laughed so hard he would have irrigated the veldt.
En als er hier meer plantages zijn... moeten ze door iets geïrrigeerd worden.And if there are more grows out here, they've got to be irrigated by something.
Gevoed en geïrrigeerd door de Nijl, werd Egypte de langstlevende van alle grote vroege beschavingen.Nourished and irrigated by the Nile Egypt became the longest-lived of all the great early civilizations.
Ik heb die irritante kale man geïrrigeerd.I irrigated the obnoxious bald guy.
Rob ging met tegenzin naar de kerk, maar hij had een reden om toch te gaan. Al wist hij het niet, met zijn geld werd een groot gebied in Afrika geïrrigeerd.Indeed, Rob went to church but had another reason... was effective in its 700 acres irrigated in Africa.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dirigeren
dip
irriteren
irritate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'irrigate':

None found.