Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Insluiken (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sluik in
sluikt in
sluikt in
sluiken in
sluiken in
sluiken in
Present perfect tense
heb ingesloken
hebt ingesloken
heeft ingesloken
hebben ingesloken
hebben ingesloken
hebben ingesloken
Past tense
slook in
slook in
slook in
sloken in
sloken in
sloken in
Future tense
zal insluiken
zult insluiken
zal insluiken
zullen insluiken
zullen insluiken
zullen insluiken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou insluiken
zou insluiken
zou insluiken
zouden insluiken
zouden insluiken
zouden insluiken
Subjunctive mood
sluike in
sluike in
sluike in
sluike in
sluike in
sluike in
Past perfect tense
had ingesloken
had ingesloken
had ingesloken
hadden ingesloken
hadden ingesloken
hadden ingesloken
Future perf.
zal ingesloken hebben
zal ingesloken hebben
zal ingesloken hebben
zullen ingesloken hebben
zullen ingesloken hebben
zullen ingesloken hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingesloken hebben
zou ingesloken hebben
zou ingesloken hebben
zouden ingesloken hebben
zouden ingesloken hebben
zouden ingesloken hebben
Present bijzin tense
insluik
insluikt
insluikt
insluiken
insluiken
insluiken
Past bijzin tense
inslook
inslook
inslook
insloken
insloken
insloken
Future bijzin tense
zal insluiken
zult insluiken
zal insluiken
zullen insluiken
zullen insluiken
zullen insluiken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou insluiken
zou insluiken
zou insluiken
zouden insluiken
zouden insluiken
zouden insluiken
Subjunctive bijzin mood
insluike
insluike
insluike
insluike
insluike
insluike
Du
Ihr
Imperative mood
sluik in
sluikt in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

inslikken
swallow
inslokken
swallow it down
insluipen
slip in
insluiten
lock in
inslurpen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inleiden
pickle
inpersen
emboss
inschepen
embark
inschieten
shoot
inslijpen
grind
inslokken
swallow it down
inslorpen
do
insluimeren
slumber
inspringen
jump in
instuderen
rehearse

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.