Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

inramen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of inramen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
raam in
I do
raamt in
you do
raamt in
he/she/it does
ramen in
we do
ramen in
you all do
ramen in
they do
Present perfect tense
heb ingeraamd
I have done
hebt ingeraamd
you have done
heeft ingeraamd
he/she/it has done
hebben ingeraamd
we have done
hebben ingeraamd
you all have done
hebben ingeraamd
they have done
Past tense
raamde in
I did
raamde in
you did
raamde in
he/she/it did
raamden in
we did
raamden in
you all did
raamden in
they did
Future tense
zal inramen
I will do
zult inramen
you will do
zal inramen
he/she/it will do
zullen inramen
we will do
zullen inramen
you all will do
zullen inramen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inramen
I would do
zou inramen
you would do
zou inramen
he/she/it would do
zouden inramen
we would do
zouden inramen
you all would do
zouden inramen
they would do
Subjunctive mood
rame in
I do
rame in
you do
rame in
he/she/it do
rame in
we do
rame in
you all do
rame in
they do
Past perfect tense
had ingeraamd
I had done
had ingeraamd
you had done
had ingeraamd
he/she/it had done
hadden ingeraamd
we had done
hadden ingeraamd
you all had done
hadden ingeraamd
they had done
Future perf.
zal ingeraamd hebben
I will have done
zal ingeraamd hebben
you will have done
zal ingeraamd hebben
he/she/it will have done
zullen ingeraamd hebben
we will have done
zullen ingeraamd hebben
you all will have done
zullen ingeraamd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeraamd hebben
I would have done
zou ingeraamd hebben
you would have done
zou ingeraamd hebben
he/she/it would have done
zouden ingeraamd hebben
we would have done
zouden ingeraamd hebben
you all would have done
zouden ingeraamd hebben
they would have done
Present bijzin tense
inraam
I do
inraamt
you do
inraamt
he/she/it does
inramen
we do
inramen
you all do
inramen
they do
Past bijzin tense
inraamde
I did
inraamde
you did
inraamde
he/she/it did
inraamden
we did
inraamden
you all did
inraamden
they did
Future bijzin tense
zal inramen
I will do
zult inramen
you will do
zal inramen
he/she/it will do
zullen inramen
we will do
zullen inramen
you all will do
zullen inramen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inramen
I would do
zou inramen
you would do
zou inramen
he/she/it would do
zouden inramen
we would do
zouden inramen
you all would do
zouden inramen
they would do
Subjunctive bijzin mood
inrame
I do
inrame
you do
inrame
he/she/it do
inrame
we do
inrame
you all do
inrame
they do
Du
Ihr
Imperative mood
raam in
do
raamt in
do

Examples of inramen

'Bijna elk raam in elk huis... 'en in de hel verlichte kamers, aangeklede mensen, zelfs hele families... 'die de hele nacht wakker waren geweest, waakzaam, luisterend.

"Almost every window in almost every house, "and in the brightly-lit rooms, fully-clothed people, "even entire families,

- Een raam in de waskamer.

Laundry room, through an unlocked window.

- En het raam in uw dochters slaapkamer?

What about the window in your daughter's bedroom ?

- Er zit een enorm raam in mijn muur.

- You put a giant window in my wall.

- Het raam in de douche.

- The window in the shower.

"Met deze fles krijgt u alle ramen in uw huis, streep, flat, streep, caravan schoon."

"This one bottle could clean all the windows in your home, slash apartment, slash trailer."

- Door de ramen in de kapel.

- The windows in the chapel.

- Openen de ramen in mijn hut?

- Open the windows in my cabin?

- Sla de ramen in.

- He said take the windows.

Blijf hier en hou de ramen in de gaten.

You two stay where you are. Watch those windows.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES