Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inenten (to put together) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ent in
ent in
ent in
enten in
enten in
enten in
Present perfect tense
heb ingeënt
hebt ingeënt
heeft ingeënt
hebben ingeënt
hebben ingeënt
hebben ingeënt
Past tense
entte in
entte in
entte in
entten in
entten in
entten in
Future tense
zal inenten
zult inenten
zal inenten
zullen inenten
zullen inenten
zullen inenten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inenten
zou inenten
zou inenten
zouden inenten
zouden inenten
zouden inenten
Subjunctive mood
ente in
ente in
ente in
ente in
ente in
ente in
Past perfect tense
had ingeënt
had ingeënt
had ingeënt
hadden ingeënt
hadden ingeënt
hadden ingeënt
Future perf.
zal ingeënt hebben
zal ingeënt hebben
zal ingeënt hebben
zullen ingeënt hebben
zullen ingeënt hebben
zullen ingeënt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeënt hebben
zou ingeënt hebben
zou ingeënt hebben
zouden ingeënt hebben
zouden ingeënt hebben
zouden ingeënt hebben
Present bijzin tense
inent
inent
inent
inenten
inenten
inenten
Past bijzin tense
inentte
inentte
inentte
inentten
inentten
inentten
Future bijzin tense
zal inenten
zult inenten
zal inenten
zullen inenten
zullen inenten
zullen inenten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inenten
zou inenten
zou inenten
zouden inenten
zouden inenten
zouden inenten
Subjunctive bijzin mood
inente
inente
inente
inente
inente
inente
Du
Ihr
Imperative mood
ent in
ent in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

inlaten
do
inloten
do
inmeten
survey
krenten
do
prenten
imprint

Similar but longer

inprenten
impress

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'put together':

None found.