Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inbranden (to drill in) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brand in
brandt in
brandt in
branden in
branden in
branden in
Present perfect tense
heb ingebrand
hebt ingebrand
heeft ingebrand
hebben ingebrand
hebben ingebrand
hebben ingebrand
Past tense
brandde in
brandde in
brandde in
brandden in
brandden in
brandden in
Future tense
zal inbranden
zult inbranden
zal inbranden
zullen inbranden
zullen inbranden
zullen inbranden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inbranden
zou inbranden
zou inbranden
zouden inbranden
zouden inbranden
zouden inbranden
Subjunctive mood
brande in
brande in
brande in
brande in
brande in
brande in
Past perfect tense
had ingebrand
had ingebrand
had ingebrand
hadden ingebrand
hadden ingebrand
hadden ingebrand
Future perf.
zal ingebrand hebben
zal ingebrand hebben
zal ingebrand hebben
zullen ingebrand hebben
zullen ingebrand hebben
zullen ingebrand hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingebrand hebben
zou ingebrand hebben
zou ingebrand hebben
zouden ingebrand hebben
zouden ingebrand hebben
zouden ingebrand hebben
Present bijzin tense
inbrand
inbrandt
inbrandt
inbranden
inbranden
inbranden
Past bijzin tense
inbrandde
inbrandde
inbrandde
inbrandden
inbrandden
inbrandden
Future bijzin tense
zal inbranden
zult inbranden
zal inbranden
zullen inbranden
zullen inbranden
zullen inbranden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inbranden
zou inbranden
zou inbranden
zouden inbranden
zouden inbranden
zouden inbranden
Subjunctive bijzin mood
inbrande
inbrande
inbrande
inbrande
inbrande
inbrande
Du
Ihr
Imperative mood
brand in
brandt in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbranden
do
nabranden
do
opbranden
burn

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drill in':

None found.