Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Galonneren (to braid honor) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
galonneer
galonneert
galonneert
galonneren
galonneren
galonneren
Present perfect tense
heb gegalonneerd
hebt gegalonneerd
heeft gegalonneerd
hebben gegalonneerd
hebben gegalonneerd
hebben gegalonneerd
Past tense
galonneerde
galonneerde
galonneerde
galonneerden
galonneerden
galonneerden
Future tense
zal galonneren
zult galonneren
zal galonneren
zullen galonneren
zullen galonneren
zullen galonneren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou galonneren
zou galonneren
zou galonneren
zouden galonneren
zouden galonneren
zouden galonneren
Subjunctive mood
galonnere
galonnere
galonnere
galonnere
galonnere
galonnere
Past perfect tense
had gegalonneerd
had gegalonneerd
had gegalonneerd
hadden gegalonneerd
hadden gegalonneerd
hadden gegalonneerd
Future perf.
zal gegalonneerd hebben
zal gegalonneerd hebben
zal gegalonneerd hebben
zullen gegalonneerd hebben
zullen gegalonneerd hebben
zullen gegalonneerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegalonneerd hebben
zou gegalonneerd hebben
zou gegalonneerd hebben
zouden gegalonneerd hebben
zouden gegalonneerd hebben
zouden gegalonneerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
galonneer
galonneert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

galopperen
gallop
jalonneren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

flitsen
flash
foezelen
do
foppen
sparkle
foutparkeren
do
frustreren
frustrate
galmen
reverberate
galopperen
gallop
gaufreren
emboss
geleiden
conduct
gelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'braid honor':

None found.