Jalonneren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of jalonneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jalonneer
I do
jalonneert
you do
jalonneert
he/she/it does
jalonneren
we do
jalonneren
you all do
jalonneren
they do
Present perfect tense
heb gejalonneerd
I have done
hebt gejalonneerd
you have done
heeft gejalonneerd
he/she/it has done
hebben gejalonneerd
we have done
hebben gejalonneerd
you all have done
hebben gejalonneerd
they have done
Past tense
jalonneerde
I did
jalonneerde
you did
jalonneerde
he/she/it did
jalonneerden
we did
jalonneerden
you all did
jalonneerden
they did
Future tense
zal jalonneren
I will do
zult jalonneren
you will do
zal jalonneren
he/she/it will do
zullen jalonneren
we will do
zullen jalonneren
you all will do
zullen jalonneren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou jalonneren
I would do
zou jalonneren
you would do
zou jalonneren
he/she/it would do
zouden jalonneren
we would do
zouden jalonneren
you all would do
zouden jalonneren
they would do
Subjunctive mood
jalonnere
I do
jalonnere
you do
jalonnere
he/she/it do
jalonnere
we do
jalonnere
you all do
jalonnere
they do
Past perfect tense
had gejalonneerd
I had done
had gejalonneerd
you had done
had gejalonneerd
he/she/it had done
hadden gejalonneerd
we had done
hadden gejalonneerd
you all had done
hadden gejalonneerd
they had done
Future perf.
zal gejalonneerd hebben
I will have done
zal gejalonneerd hebben
you will have done
zal gejalonneerd hebben
he/she/it will have done
zullen gejalonneerd hebben
we will have done
zullen gejalonneerd hebben
you all will have done
zullen gejalonneerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gejalonneerd hebben
I would have done
zou gejalonneerd hebben
you would have done
zou gejalonneerd hebben
he/she/it would have done
zouden gejalonneerd hebben
we would have done
zouden gejalonneerd hebben
you all would have done
zouden gejalonneerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
jalonneer
do
jalonneert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

galonneren
braid honor

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

introeven
intro here
inzamelen
collect
inzuigen
suck
irriteren
irritate
jakkeren
overdrive
jammen
do
jij-bakken
do containers
juichen
shout with joy
kaalscheren
shave bald
kaalslaan
bald store

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?