Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Exploreren (to examine) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
exploreer
exploreert
exploreert
exploreren
exploreren
exploreren
Present perfect tense
heb geëxploreerd
hebt geëxploreerd
heeft geëxploreerd
hebben geëxploreerd
hebben geëxploreerd
hebben geëxploreerd
Past tense
exploreerde
exploreerde
exploreerde
exploreerden
exploreerden
exploreerden
Future tense
zal exploreren
zult exploreren
zal exploreren
zullen exploreren
zullen exploreren
zullen exploreren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou exploreren
zou exploreren
zou exploreren
zouden exploreren
zouden exploreren
zouden exploreren
Subjunctive mood
explorere
explorere
explorere
explorere
explorere
explorere
Past perfect tense
had geëxploreerd
had geëxploreerd
had geëxploreerd
hadden geëxploreerd
hadden geëxploreerd
hadden geëxploreerd
Future perf.
zal geëxploreerd hebben
zal geëxploreerd hebben
zal geëxploreerd hebben
zullen geëxploreerd hebben
zullen geëxploreerd hebben
zullen geëxploreerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëxploreerd hebben
zou geëxploreerd hebben
zou geëxploreerd hebben
zouden geëxploreerd hebben
zouden geëxploreerd hebben
zouden geëxploreerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
exploreer
exploreert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

expliceren
expire
exploderen
explode

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doubleren
do
etsen
etch
euthanaseren
euthanize
evenaren
match
evoceren
do
exploiteren
exploit
exponeren
exhibit
fantaseren
imagine
fatsoeneren
fashion
festonneren
festoon

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'examine':

None found.