Effenen (to level) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of effenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
effen
I level
effent
you level
effent
he/she/it levels
effenen
we level
effenen
you all level
effenen
they level
Present perfect tense
heb geëffend
I have leveled
hebt geëffend
you have leveled
heeft geëffend
he/she/it has leveled
hebben geëffend
we have leveled
hebben geëffend
you all have leveled
hebben geëffend
they have leveled
Past tense
effende
I leveled
effende
you leveled
effende
he/she/it leveled
effenden
we leveled
effenden
you all leveled
effenden
they leveled
Future tense
zal effenen
I will level
zult effenen
you will level
zal effenen
he/she/it will level
zullen effenen
we will level
zullen effenen
you all will level
zullen effenen
they will level
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou effenen
I would level
zou effenen
you would level
zou effenen
he/she/it would level
zouden effenen
we would level
zouden effenen
you all would level
zouden effenen
they would level
Subjunctive mood
effene
I level
effene
you level
effene
he/she/it level
effene
we level
effene
you all level
effene
they level
Past perfect tense
had geëffend
I had leveled
had geëffend
you had leveled
had geëffend
he/she/it had leveled
hadden geëffend
we had leveled
hadden geëffend
you all had leveled
hadden geëffend
they had leveled
Future perf.
zal geëffend hebben
I will have leveled
zal geëffend hebben
you will have leveled
zal geëffend hebben
he/she/it will have leveled
zullen geëffend hebben
we will have leveled
zullen geëffend hebben
you all will have leveled
zullen geëffend hebben
they will have leveled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëffend hebben
I would have leveled
zou geëffend hebben
you would have leveled
zou geëffend hebben
he/she/it would have leveled
zouden geëffend hebben
we would have leveled
zouden geëffend hebben
you all would have leveled
zouden geëffend hebben
they would have leveled
Du
Ihr
Imperative mood
effen
level
effent
level

Examples of effenen

Example in DutchTranslation in English
Dit is de enige manier om het het speelveld te effenen met haar.This is the only way to level the playing field with her.
Ik zal de fabriek plaatsen, de vloer betegelen en effenen.I have the mill sited, the ground tiled and levelled.
Ik heb geen vast plan. Gewoon een effen weg om de zilverling op te zetten.Yeah, no -- no set plan, just looking for some level road to set the silver sovereign on.
Maar zo niet, effen ik het speelveld.But in case you haven't, I'm leveling the playing field. Nephew.
Hij effent de grond waar je een gebouw wilt neerplanten.Pãi, for instance, if you needed to level a slum for rebuilding... Da.
De Apocalyps heeft het pad geëffend, kerel.The apocalypse has leveled the field, man.
Ik heb alleen het veld geëffend.I just leveled the playing field.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

eigenen
do
oefenen
exercise

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

duelleren
duel
duiken
dive
dwingen
compel
echelonneren
echelon honor
eesten
kiln
effectueren
effectuate
egaliseren
even
eigenen
do
enten
inoculate
enumereren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'level':

None found.
Learning languages?