Doorjagen (to do) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of doorjagen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jaag door
I do
jaagt door
you do
jaagt door
he/she/it does
jagen door
we do
jagen door
you all do
jagen door
they do
Present perfect tense
heb doorgejaagd
I have done
hebt doorgejaagd
you have done
heeft doorgejaagd
he/she/it has done
hebben doorgejaagd
we have done
hebben doorgejaagd
you all have done
hebben doorgejaagd
they have done
Past tense
jaagde door;joeg door
I did
jaagde door;joeg door
you did
jaagde door;joeg door
he/she/it did
jaagden door;joegen door
we did
jaagden door;joegen door
you all did
jaagden door;joegen door
they did
Future tense
zal doorjagen
I will do
zult doorjagen
you will do
zal doorjagen
he/she/it will do
zullen doorjagen
we will do
zullen doorjagen
you all will do
zullen doorjagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorjagen
I would do
zou doorjagen
you would do
zou doorjagen
he/she/it would do
zouden doorjagen
we would do
zouden doorjagen
you all would do
zouden doorjagen
they would do
Subjunctive mood
jage door
I do
jage door
you do
jage door
he/she/it do
jage door
we do
jage door
you all do
jage door
they do
Past perfect tense
had doorgejaagd
I had done
had doorgejaagd
you had done
had doorgejaagd
he/she/it had done
hadden doorgejaagd
we had done
hadden doorgejaagd
you all had done
hadden doorgejaagd
they had done
Future perf.
zal doorgejaagd hebben
I will have done
zal doorgejaagd hebben
you will have done
zal doorgejaagd hebben
he/she/it will have done
zullen doorgejaagd hebben
we will have done
zullen doorgejaagd hebben
you all will have done
zullen doorgejaagd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgejaagd hebben
I would have done
zou doorgejaagd hebben
you would have done
zou doorgejaagd hebben
he/she/it would have done
zouden doorgejaagd hebben
we would have done
zouden doorgejaagd hebben
you all would have done
zouden doorgejaagd hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorjaag
I do
doorjaagt
you do
doorjaagt
he/she/it does
doorjagen
we do
doorjagen
you all do
doorjagen
they do
Past bijzin tense
doorjaagde;doorjoeg
I did
doorjaagde;doorjoeg
you did
doorjaagde;doorjoeg
he/she/it did
doorjaagden;doorjoegen
we did
doorjaagden;doorjoegen
you all did
doorjaagden;doorjoegen
they did
Future bijzin tense
zal doorjagen
I will do
zult doorjagen
you will do
zal doorjagen
he/she/it will do
zullen doorjagen
we will do
zullen doorjagen
you all will do
zullen doorjagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorjagen
I would do
zou doorjagen
you would do
zou doorjagen
he/she/it would do
zouden doorjagen
we would do
zouden doorjagen
you all would do
zouden doorjagen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorjage
I do
doorjage
you do
doorjage
he/she/it do
doorjage
we do
doorjage
you all do
doorjage
they do
Du
Ihr
Imperative mood
jaag door
do
jaagt
do

Examples of doorjagen

Example in DutchTranslation in English
Een wolf kan op zijn prooi jagen door, het te vertragen, door de enkels te verscheuren.A wolf could chase down its prey, hobbling it by tearing at the ankles.
Waarom laat je jezelf zo op de kast jagen door haar moeder?Why do you let her mother get to you?
Waarom zou hij zijn klandizie in het harnas willen jagen door Londo in de schulden te steken?Why risk alienating his clientele by burning Londo?
Kom snel, voor een explosie iemand de hal doorjaagt.Come quickly, before an explosion chases someone doWn a hallWay.
"Ik weet het niet" jaagt jou meestal stuipen op 't lijf."I don't know"-- That usually scares the crap out of you.
'Honger jaagt de wolven...' Je weet niet eens wat je zegt."Hunger is a terrible..." You don't really understand any of it
- Er is een man die drie dingen doet: Hij slaapt, eet en jaagt. Hij kiest wat hij doet... op basis van het seizoen, de tijd van de dag en het weer.There's a guy, he does three things- he sleeps, he eats, and he hunts- and he chooses which one of those three things to do based on the season, the time of day, and the weather.
- Gezegd wordt dat hij kinderen observeert... vanachter zijn raam, op hen jaagt, hen fileert, hen opeet.Supposedly, he watches the kids from his window... Hunts 'em, Skins 'em,
- Hij jaagt niet.He doesn't hunt.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorwegen
do
doorzagen
saw

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?