Demobiliseren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of demobiliseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
demobiliseer
I do
demobiliseert
you do
demobiliseert
he/she/it does
demobiliseren
we do
demobiliseren
you all do
demobiliseren
they do
Present perfect tense
heb gedemobiliseerd
I have done
hebt gedemobiliseerd
you have done
heeft gedemobiliseerd
he/she/it has done
hebben gedemobiliseerd
we have done
hebben gedemobiliseerd
you all have done
hebben gedemobiliseerd
they have done
Past tense
demobiliseerde
I did
demobiliseerde
you did
demobiliseerde
he/she/it did
demobiliseerden
we did
demobiliseerden
you all did
demobiliseerden
they did
Future tense
zal demobiliseren
I will do
zult demobiliseren
you will do
zal demobiliseren
he/she/it will do
zullen demobiliseren
we will do
zullen demobiliseren
you all will do
zullen demobiliseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou demobiliseren
I would do
zou demobiliseren
you would do
zou demobiliseren
he/she/it would do
zouden demobiliseren
we would do
zouden demobiliseren
you all would do
zouden demobiliseren
they would do
Subjunctive mood
demobilisere
I do
demobilisere
you do
demobilisere
he/she/it do
demobilisere
we do
demobilisere
you all do
demobilisere
they do
Past perfect tense
had gedemobiliseerd
I had done
had gedemobiliseerd
you had done
had gedemobiliseerd
he/she/it had done
hadden gedemobiliseerd
we had done
hadden gedemobiliseerd
you all had done
hadden gedemobiliseerd
they had done
Future perf.
zal gedemobiliseerd hebben
I will have done
zal gedemobiliseerd hebben
you will have done
zal gedemobiliseerd hebben
he/she/it will have done
zullen gedemobiliseerd hebben
we will have done
zullen gedemobiliseerd hebben
you all will have done
zullen gedemobiliseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedemobiliseerd hebben
I would have done
zou gedemobiliseerd hebben
you would have done
zou gedemobiliseerd hebben
he/she/it would have done
zouden gedemobiliseerd hebben
we would have done
zouden gedemobiliseerd hebben
you all would have done
zouden gedemobiliseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
demobiliseer
do
demobiliseert
do

Examples of demobiliseren

Example in DutchTranslation in English
We demobiliseren.We are standing down.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

demoraliseren
demonstrate
immobiliseren
immobilize

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

buffelen
wolf
controleren
control
cyclostyleren
do
decouperen
jigsaw
delven
dig
demineraliseren
do
democratiseren
do
denazificeren
denazify
deporteren
deport
desambigueren
disambiguate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?