Bruinen (to bronze) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of bruinen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bruin
I bronze
bruint
you bronze
bruint
he/she/it bronzes
bruinen
we bronze
bruinen
you all bronze
bruinen
they bronze
Present perfect tense
heb gebruind
I have bronzed
hebt gebruind
you have bronzed
heeft gebruind
he/she/it has bronzed
hebben gebruind
we have bronzed
hebben gebruind
you all have bronzed
hebben gebruind
they have bronzed
Past tense
bruinde
I bronzed
bruinde
you bronzed
bruinde
he/she/it bronzed
bruinden
we bronzed
bruinden
you all bronzed
bruinden
they bronzed
Future tense
zal bruinen
I will bronze
zult bruinen
you will bronze
zal bruinen
he/she/it will bronze
zullen bruinen
we will bronze
zullen bruinen
you all will bronze
zullen bruinen
they will bronze
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bruinen
I would bronze
zou bruinen
you would bronze
zou bruinen
he/she/it would bronze
zouden bruinen
we would bronze
zouden bruinen
you all would bronze
zouden bruinen
they would bronze
Subjunctive mood
bruine
I bronze
bruine
you bronze
bruine
he/she/it bronze
bruine
we bronze
bruine
you all bronze
bruine
they bronze
Past perfect tense
had gebruind
I had bronzed
had gebruind
you had bronzed
had gebruind
he/she/it had bronzed
hadden gebruind
we had bronzed
hadden gebruind
you all had bronzed
hadden gebruind
they had bronzed
Future perf.
zal gebruind hebben
I will have bronzed
zal gebruind hebben
you will have bronzed
zal gebruind hebben
he/she/it will have bronzed
zullen gebruind hebben
we will have bronzed
zullen gebruind hebben
you all will have bronzed
zullen gebruind hebben
they will have bronzed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebruind hebben
I would have bronzed
zou gebruind hebben
you would have bronzed
zou gebruind hebben
he/she/it would have bronzed
zouden gebruind hebben
we would have bronzed
zouden gebruind hebben
you all would have bronzed
zouden gebruind hebben
they would have bronzed
Du
Ihr
Imperative mood
bruin
bronze
bruint
bronze

Examples of bruinen

Example in DutchTranslation in English
Heb je enige interesse in bruinen, lip gloss, or waxen?Do you have any interest in bronzer, lip gloss, or waxing?
Dan komen er strepen op je bruin-zonder-zon.You'll streak your bronzer.
Dat is nog maar een paar weken geleden, we zijn nog steeds bruin.Yeah, but that was just a couple of weeks ago, though. I mean, we're still pretty bronzed.
Dit is niet zomaar bruin, maar gebruind.This isn't brown. I'm bronzed. [Chuckles]
Iets te bruin.It was a little too much bronzer.
Niet te bruin?- Not too bronzed?
Dit is niet zomaar bruin, maar gebruind.This isn't brown. I'm bronzed. [Chuckles]
Naomi, ik ben gescrubbed, gepoets gebruind, geschoren en gewaxed.Naomi, I've been scrubbed, buffed, bronzed and manscaped.
Serpentine... heeft Meneer Takehashi's hand gebruind en opgesteld... op een goedkope houten plaat.Serpentine... have Mr. Takehashi's hand bronzed and mounted on a cheap wooden plaque.
En dan die bruine substantie op z'n overhemd. Bruiningsmiddel.Second, uh, the brown substance found on the victim's shirt tanning bronzer.
Het is verf op alcohol basis, die gebruiken we altijd, het geeft een bruine teint.It's alcohol-based paint, But we use it on her all the time. It's just a bronzer.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aluinen
do
brijnen
do
bruisen
fizz
brullen
roar

Similar but longer

bruineren
brown

Random

blutsen
bruise
boteren
butter
braden
roast
brocheren
stitch
broeden
incubate
bruinbakken
do
bruineren
brown
bufferen
buffer
buitengaan
go outside
canneleren
groove

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bronze':

None found.
Learning languages?