Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Borduren (to embroider) conjugation

Dutch
16 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
borduur
borduurt
borduurt
borduren
borduren
borduren
Present perfect tense
heb geborduurd
hebt geborduurd
heeft geborduurd
hebben geborduurd
hebben geborduurd
hebben geborduurd
Past tense
borduurde
borduurde
borduurde
borduurden
borduurden
borduurden
Future tense
zal borduren
zult borduren
zal borduren
zullen borduren
zullen borduren
zullen borduren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou borduren
zou borduren
zou borduren
zouden borduren
zouden borduren
zouden borduren
Subjunctive mood
bordure
bordure
bordure
bordure
bordure
bordure
Past perfect tense
had geborduurd
had geborduurd
had geborduurd
hadden geborduurd
hadden geborduurd
hadden geborduurd
Future perf.
zal geborduurd hebben
zal geborduurd hebben
zal geborduurd hebben
zullen geborduurd hebben
zullen geborduurd hebben
zullen geborduurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geborduurd hebben
zou geborduurd hebben
zou geborduurd hebben
zouden geborduurd hebben
zouden geborduurd hebben
zouden geborduurd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
borduur
borduurt

Examples of borduren

Example in DutchTranslation in English
- 'Chef' borduren.And on the back he had me embroider... Chief.
Als ik het ooit zou doen, zou je het dan borduren voor mij?If I ever do, would you embroider it for me?
Begrijp je het, of heb je me nodig om het op een kussen voor u te borduren?You get that, or you need me to embroider it on a pillow for you?
Dat had u op een kussen moeten borduren.You should have that embroidered on a pillow.
Dat moesten ze op een kussen borduren of zo.That they had a pillow embroidery or so.
- Je bedoelt vast niet dat ie borduurt.I take it you're not talking about embroidery?
Hij borduurt voor je.He's embroidering for you.
Rijdt de hondenjacht, stichtte armenhuizen, en borduurt de gehele dag.Rides to hounds, founded some almshouses, embroiders around the clock.
Waarom borduurt mijn moeder zo veel chrysanten?Why is Mother embroidering so many chrysanthemums?
Weet de koningin dat je borduurt?You told the Queen you do embroidery?
Als ik wist dat je oma die handdoek geborduurd had... had ik nooit...Yes. If l'd known your grandmother had embroidered that towel, l would've never-- Oh, really, you know what, that's okay.
Claudia en de gravin hebben de doeken in goud geborduurd...Claudia and the countess have embroidered the tabs in gold:
Dat tafellaken is met de hand geborduurd. Niet gebruiken.It's a hand-embroidered cloth, we can't use it.
De zakdoek in Evelyn Balfour's mond was geborduurd met het initiaal 'D'.The handkerchief stuffed in Evelyn Balfour's mouth was embroidered with the initial D.
Die lieve schat heeft een auto geborduurd.It's a car the little dear has embroidered.
Je vrouw borduurde haar naam op haar schortje.Yourwife embroidered hername on her smock.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

borneren
you born
verduren
endure

Similar but longer

naborduren
do

Random

blauwen
blue
blutsen
bruise
boarden
board
bollen
do
bootsen
replicate
boren
drill
brailleren
do
braken
vomit
breidelen
bridle
breien
knit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'embroider':

None found.