Bijvijlen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of bijvijlen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vijl bij
I do
vijlt bij
you do
vijlt bij
he/she/it does
vijlen bij
we do
vijlen bij
you all do
vijlen bij
they do
Present perfect tense
heb bijgevijld
I have done
hebt bijgevijld
you have done
heeft bijgevijld
he/she/it has done
hebben bijgevijld
we have done
hebben bijgevijld
you all have done
hebben bijgevijld
they have done
Past tense
vijlde bij
I did
vijlde bij
you did
vijlde bij
he/she/it did
vijlden bij
we did
vijlden bij
you all did
vijlden bij
they did
Future tense
zal bijvijlen
I will do
zult bijvijlen
you will do
zal bijvijlen
he/she/it will do
zullen bijvijlen
we will do
zullen bijvijlen
you all will do
zullen bijvijlen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijvijlen
I would do
zou bijvijlen
you would do
zou bijvijlen
he/she/it would do
zouden bijvijlen
we would do
zouden bijvijlen
you all would do
zouden bijvijlen
they would do
Subjunctive mood
vijle bij
I do
vijle bij
you do
vijle bij
he/she/it do
vijle bij
we do
vijle bij
you all do
vijle bij
they do
Past perfect tense
had bijgevijld
I had done
had bijgevijld
you had done
had bijgevijld
he/she/it had done
hadden bijgevijld
we had done
hadden bijgevijld
you all had done
hadden bijgevijld
they had done
Future perf.
zal bijgevijld hebben
I will have done
zal bijgevijld hebben
you will have done
zal bijgevijld hebben
he/she/it will have done
zullen bijgevijld hebben
we will have done
zullen bijgevijld hebben
you all will have done
zullen bijgevijld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgevijld hebben
I would have done
zou bijgevijld hebben
you would have done
zou bijgevijld hebben
he/she/it would have done
zouden bijgevijld hebben
we would have done
zouden bijgevijld hebben
you all would have done
zouden bijgevijld hebben
they would have done
Present bijzin tense
bijvijl
I do
bijvijlt
you do
bijvijlt
he/she/it does
bijvijlen
we do
bijvijlen
you all do
bijvijlen
they do
Past bijzin tense
bijvijlde
I did
bijvijlde
you did
bijvijlde
he/she/it did
bijvijlden
we did
bijvijlden
you all did
bijvijlden
they did
Future bijzin tense
zal bijvijlen
I will do
zult bijvijlen
you will do
zal bijvijlen
he/she/it will do
zullen bijvijlen
we will do
zullen bijvijlen
you all will do
zullen bijvijlen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijvijlen
I would do
zou bijvijlen
you would do
zou bijvijlen
he/she/it would do
zouden bijvijlen
we would do
zouden bijvijlen
you all would do
zouden bijvijlen
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijvijle
I do
bijvijle
you do
bijvijle
he/she/it do
bijvijle
we do
bijvijle
you all do
bijvijle
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vijl bij
do
vijlt bij
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bijvallen
do
bijvullen
replenish

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?