Bemoedigen (to encourage) conjugation

Dutch
18 examples

Conjugation of bemoedigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bemoedig
I encourage
bemoedigt
you encourage
bemoedigt
he/she/it encourages
bemoedigen
we encourage
bemoedigen
you all encourage
bemoedigen
they encourage
Present perfect tense
heb bemoedigd
I have encouraged
hebt bemoedigd
you have encouraged
heeft bemoedigd
he/she/it has encouraged
hebben bemoedigd
we have encouraged
hebben bemoedigd
you all have encouraged
hebben bemoedigd
they have encouraged
Past tense
bemoedigde
I encouraged
bemoedigde
you encouraged
bemoedigde
he/she/it encouraged
bemoedigden
we encouraged
bemoedigden
you all encouraged
bemoedigden
they encouraged
Future tense
zal bemoedigen
I will encourage
zult bemoedigen
you will encourage
zal bemoedigen
he/she/it will encourage
zullen bemoedigen
we will encourage
zullen bemoedigen
you all will encourage
zullen bemoedigen
they will encourage
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bemoedigen
I would encourage
zou bemoedigen
you would encourage
zou bemoedigen
he/she/it would encourage
zouden bemoedigen
we would encourage
zouden bemoedigen
you all would encourage
zouden bemoedigen
they would encourage
Subjunctive mood
bemoedige
I encourage
bemoedige
you encourage
bemoedige
he/she/it encourage
bemoedige
we encourage
bemoedige
you all encourage
bemoedige
they encourage
Past perfect tense
had bemoedigd
I had encouraged
had bemoedigd
you had encouraged
had bemoedigd
he/she/it had encouraged
hadden bemoedigd
we had encouraged
hadden bemoedigd
you all had encouraged
hadden bemoedigd
they had encouraged
Future perf.
zal bemoedigd hebben
I will have encouraged
zal bemoedigd hebben
you will have encouraged
zal bemoedigd hebben
he/she/it will have encouraged
zullen bemoedigd hebben
we will have encouraged
zullen bemoedigd hebben
you all will have encouraged
zullen bemoedigd hebben
they will have encouraged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bemoedigd hebben
I would have encouraged
zou bemoedigd hebben
you would have encouraged
zou bemoedigd hebben
he/she/it would have encouraged
zouden bemoedigd hebben
we would have encouraged
zouden bemoedigd hebben
you all would have encouraged
zouden bemoedigd hebben
they would have encouraged
Du
Ihr
Imperative mood
bemoedig
encourage
bemoedigt
encourage

Examples of bemoedigen

Example in DutchTranslation in English
- Je wilt me niet bemoedigen.- You just refuse to encourage me.
Als hij zich zou aansluiten bij uw leger, zou dit uw strijders zeker bemoedigen.If he agreed to join the army, it certainly would encourage our warriors.
Dit betekent dat we Jimmie moeten bemoedigen zonder hem te verwennen.This says we should encourage Jimmy without overindulging him.
Door deze vragen te stellen had Paul wel een punt, en ons te bemoedigen om dingen anders in te zien.Paul made it a point to ask questions, to encourage us to see things differently.
Een motie om de burgers van Lawson te bemoedigen de Majestic te helpen wanneer dat mogelijk is.-Sure. Motion to encourage the citizens of Lawson to help out The Majestic if they can.
Het bemoedigt me dat er zoveel bewijs... bij het lichaam van Suzie werd aanget...But I'm also very encouraged by the great deal of physical evidence that was recovered with Suzie's...
Het spijt me dat het zoeken naar m'n dochter zo eindigt... maar het bemoedigt me dat er zoveel... bij Suzie's lichaam werd aangetroffen.I'm saddened to have the very long search for my daughter end this way, but I'm also very encouraged by the great deal of physical evidence that was recovered with Suzie's body.
Zoals u kunt zien, bemoedigt ons bedrijf een sfeer van krachtige maar gezonde competitie.As you can see, our company encourages an atmosphere of vigorous but healthy competition.
- Maar niet bemoedigd.- But not encouraged.
Mr. Pritchard, uw houding heeft me bemoedigd.Mr Pritchard, I am encouraged by your attitude.
We waren bemoedigd hem nog levend te zien en in goede gezondheid, veronderstellen we.We are encouraged to see that he's alive and in good health, I imagine.
"en het bemoedigde me vooral..."and what greatly encouraged me...
In Groton, waar ik ben geslaagd voor High School, bemoedigde onze geliefde directeur zijn studenten om deel te nemen aan het publieke leven.Now you know at Groton, where I graduated from high school, our beloved headmaster encouraged his students to enter public life.
Toen ik bij haar was praatte ik met haar en... zij bewoog haar hand en... dat bemoedigde mij, het was een bemoedigend teken...And, well, what I meant to say was when I was there, I talked to her and she moved her hand. And then I was, like... I was encouraged.
- Dat is bemoedigend. Echt. - Heel bemoedigend.- That's encouraging.
- Dat is bemoedigend.- That's encouraging.
- Dat is echt bemoedigend.Wow, that is just really encouraging.
- Dat is erg bemoedigend.That is encouraging.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bemoederen
do
bevredigen
satisfy

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

belagen
besiege
belanden
end up
bellenblazen
blow bubbles
beluchten
aerate
bemerken
notice
bemeubelen
furnish
bemoederen
do
bemoeien
meddle in
benagelen
approximate measures
bepissen
piss

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'encourage':

None found.
Learning languages?