Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Assumeren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
assumeer
assumeert
assumeert
assumeren
assumeren
assumeren
Present perfect tense
heb geassumeerd
hebt geassumeerd
heeft geassumeerd
hebben geassumeerd
hebben geassumeerd
hebben geassumeerd
Past tense
assumeerde
assumeerde
assumeerde
assumeerden
assumeerden
assumeerden
Future tense
zal assumeren
zult assumeren
zal assumeren
zullen assumeren
zullen assumeren
zullen assumeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou assumeren
zou assumeren
zou assumeren
zouden assumeren
zouden assumeren
zouden assumeren
Subjunctive mood
assumere
assumere
assumere
assumere
assumere
assumere
Past perfect tense
had geassumeerd
had geassumeerd
had geassumeerd
hadden geassumeerd
hadden geassumeerd
hadden geassumeerd
Future perf.
zal geassumeerd hebben
zal geassumeerd hebben
zal geassumeerd hebben
zullen geassumeerd hebben
zullen geassumeerd hebben
zullen geassumeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geassumeerd hebben
zou geassumeerd hebben
zou geassumeerd hebben
zouden geassumeerd hebben
zouden geassumeerd hebben
zouden geassumeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
assumeer
assumeert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

assoneren
associate
assureren
insure
resumeren
summarize

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

alliëren
alkylate
annonceren
announce
appelleren
do
appliqueren
applique
arroseren
do
assoneren
associate
assorteren
associate
assureren
insure
ausculteren
auscultate
ballasten
ballast

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.