Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afzwaaien (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of afzwaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwaai af
I do
zwaait af
you do
zwaait af
he/she/it does
zwaaien af
we do
zwaaien af
you all do
zwaaien af
they do
Present perfect tense
ben afgezwaaid
I have done
bent afgezwaaid
you have done
is afgezwaaid
he/she/it has done
zijn afgezwaaid
we have done
zijn afgezwaaid
you all have done
zijn afgezwaaid
they have done
Past tense
zwaaide af
I did
zwaaide af
you did
zwaaide af
he/she/it did
zwaaiden af
we did
zwaaiden af
you all did
zwaaiden af
they did
Future tense
zal afzwaaien
I will do
zult afzwaaien
you will do
zal afzwaaien
he/she/it will do
zullen afzwaaien
we will do
zullen afzwaaien
you all will do
zullen afzwaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afzwaaien
I would do
zou afzwaaien
you would do
zou afzwaaien
he/she/it would do
zouden afzwaaien
we would do
zouden afzwaaien
you all would do
zouden afzwaaien
they would do
Subjunctive mood
zwaaie af
I do
zwaaie af
you do
zwaaie af
he/she/it do
zwaaie af
we do
zwaaie af
you all do
zwaaie af
they do
Past perfect tense
was afgezwaaid
I had done
was afgezwaaid
you had done
was afgezwaaid
he/she/it had done
waren afgezwaaid
we had done
waren afgezwaaid
you all had done
waren afgezwaaid
they had done
Future perf.
zal afgezwaaid zijn
I will have done
zal afgezwaaid zijn
you will have done
zal afgezwaaid zijn
he/she/it will have done
zullen afgezwaaid zijn
we will have done
zullen afgezwaaid zijn
you all will have done
zullen afgezwaaid zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgezwaaid zijn
I would have done
zou afgezwaaid zijn
you would have done
zou afgezwaaid zijn
he/she/it would have done
zouden afgezwaaid zijn
we would have done
zouden afgezwaaid zijn
you all would have done
zouden afgezwaaid zijn
they would have done
Present bijzin tense
afzwaai
I do
afzwaait
you do
afzwaait
he/she/it does
afzwaaien
we do
afzwaaien
you all do
afzwaaien
they do
Past bijzin tense
afzwaaide
I did
afzwaaide
you did
afzwaaide
he/she/it did
afzwaaiden
we did
afzwaaiden
you all did
afzwaaiden
they did
Future bijzin tense
zal afzwaaien
I will do
zult afzwaaien
you will do
zal afzwaaien
he/she/it will do
zullen afzwaaien
we will do
zullen afzwaaien
you all will do
zullen afzwaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afzwaaien
I would do
zou afzwaaien
you would do
zou afzwaaien
he/she/it would do
zouden afzwaaien
we would do
zouden afzwaaien
you all would do
zouden afzwaaien
they would do
Subjunctive bijzin mood
afzwaaie
I do
afzwaaie
you do
afzwaaie
he/she/it do
afzwaaie
we do
afzwaaie
you all do
afzwaaie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zwaai af
do
zwaait af
do

Examples of afzwaaien

Example in DutchTranslation in English
Xavier Freeman, deed vijf tours als een SEAL, zwaaide af in 2008.Xavier Freeman-- did five tours as a SEAL, mustered out in 2008.
Hij moet ten slotte wat, wanneer hij afzwaait.After all, he's going to have to do something after he leaves office.
Je scheidt niet van een man die afzwaait om naar een oorlog te trekken.You don't divorce a man who's flying off to fight a war.
Nadat hij afzwaaide... ging z'n post naar haar adres, maar Rourke zelf niet.After Rourke left the Army, his mail went to his mother's house in Connecticut, but Rourke did not.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanwaaien
be carried by wind
afdraaien
reel off
afzwakken
attenuate
nazwaaien
do
omzwaaien
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.