Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afzwaaien (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwaai af
zwaait af
zwaait af
zwaaien af
zwaaien af
zwaaien af
Present perfect tense
ben afgezwaaid
bent afgezwaaid
is afgezwaaid
zijn afgezwaaid
zijn afgezwaaid
zijn afgezwaaid
Past tense
zwaaide af
zwaaide af
zwaaide af
zwaaiden af
zwaaiden af
zwaaiden af
Future tense
zal afzwaaien
zult afzwaaien
zal afzwaaien
zullen afzwaaien
zullen afzwaaien
zullen afzwaaien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afzwaaien
zou afzwaaien
zou afzwaaien
zouden afzwaaien
zouden afzwaaien
zouden afzwaaien
Subjunctive mood
zwaaie af
zwaaie af
zwaaie af
zwaaie af
zwaaie af
zwaaie af
Past perfect tense
was afgezwaaid
was afgezwaaid
was afgezwaaid
waren afgezwaaid
waren afgezwaaid
waren afgezwaaid
Future perf.
zal afgezwaaid zijn
zal afgezwaaid zijn
zal afgezwaaid zijn
zullen afgezwaaid zijn
zullen afgezwaaid zijn
zullen afgezwaaid zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgezwaaid zijn
zou afgezwaaid zijn
zou afgezwaaid zijn
zouden afgezwaaid zijn
zouden afgezwaaid zijn
zouden afgezwaaid zijn
Present bijzin tense
afzwaai
afzwaait
afzwaait
afzwaaien
afzwaaien
afzwaaien
Past bijzin tense
afzwaaide
afzwaaide
afzwaaide
afzwaaiden
afzwaaiden
afzwaaiden
Future bijzin tense
zal afzwaaien
zult afzwaaien
zal afzwaaien
zullen afzwaaien
zullen afzwaaien
zullen afzwaaien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afzwaaien
zou afzwaaien
zou afzwaaien
zouden afzwaaien
zouden afzwaaien
zouden afzwaaien
Subjunctive bijzin mood
afzwaaie
afzwaaie
afzwaaie
afzwaaie
afzwaaie
afzwaaie
Du
Ihr
Imperative mood
zwaai af
zwaait af

Examples of afzwaaien

Example in DutchTranslation in English
Xavier Freeman, deed vijf tours als een SEAL, zwaaide af in 2008.Xavier Freeman-- did five tours as a SEAL, mustered out in 2008.
Hij moet ten slotte wat, wanneer hij afzwaait.After all, he's going to have to do something after he leaves office.
Je scheidt niet van een man die afzwaait om naar een oorlog te trekken.You don't divorce a man who's flying off to fight a war.
Nadat hij afzwaaide... ging z'n post naar haar adres, maar Rourke zelf niet.After Rourke left the Army, his mail went to his mother's house in Connecticut, but Rourke did not.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanwaaien
be carried by wind
afdraaien
reel off
afzwakken
attenuate
nazwaaien
do
omzwaaien
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.