Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afdieven (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of afdieven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dief af
I do
dieft af
you do
dieft af
he/she/it does
dieven af
we do
dieven af
you all do
dieven af
they do
Present perfect tense
heb afgediefd
I have done
hebt afgediefd
you have done
heeft afgediefd
he/she/it has done
hebben afgediefd
we have done
hebben afgediefd
you all have done
hebben afgediefd
they have done
Past tense
diefde af
I did
diefde af
you did
diefde af
he/she/it did
diefden af
we did
diefden af
you all did
diefden af
they did
Future tense
zal afdieven
I will do
zult afdieven
you will do
zal afdieven
he/she/it will do
zullen afdieven
we will do
zullen afdieven
you all will do
zullen afdieven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afdieven
I would do
zou afdieven
you would do
zou afdieven
he/she/it would do
zouden afdieven
we would do
zouden afdieven
you all would do
zouden afdieven
they would do
Subjunctive mood
dieve af
I do
dieve af
you do
dieve af
he/she/it do
dieve af
we do
dieve af
you all do
dieve af
they do
Past perfect tense
had afgediefd
I had done
had afgediefd
you had done
had afgediefd
he/she/it had done
hadden afgediefd
we had done
hadden afgediefd
you all had done
hadden afgediefd
they had done
Future perf.
zal afgediefd hebben
I will have done
zal afgediefd hebben
you will have done
zal afgediefd hebben
he/she/it will have done
zullen afgediefd hebben
we will have done
zullen afgediefd hebben
you all will have done
zullen afgediefd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgediefd hebben
I would have done
zou afgediefd hebben
you would have done
zou afgediefd hebben
he/she/it would have done
zouden afgediefd hebben
we would have done
zouden afgediefd hebben
you all would have done
zouden afgediefd hebben
they would have done
Present bijzin tense
afdief
I do
afdieft
you do
afdieft
he/she/it does
afdieven
we do
afdieven
you all do
afdieven
they do
Past bijzin tense
afdiefde
I did
afdiefde
you did
afdiefde
he/she/it did
afdiefden
we did
afdiefden
you all did
afdiefden
they did
Future bijzin tense
zal afdieven
I will do
zult afdieven
you will do
zal afdieven
he/she/it will do
zullen afdieven
we will do
zullen afdieven
you all will do
zullen afdieven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afdieven
I would do
zou afdieven
you would do
zou afdieven
he/she/it would do
zouden afdieven
we would do
zouden afdieven
you all would do
zouden afdieven
they would do
Subjunctive bijzin mood
afdieve
I do
afdieve
you do
afdieve
he/she/it do
afdieve
we do
afdieve
you all do
afdieve
they do
Du
Ihr
Imperative mood
dief af
do
dieft af
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdelven
do
afdienen
do
afdijken
do
afdingen
bargain
afdraven
do
afzweven
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanvreten
do
afbliksemen
do
afblotten
do
afboenen
do
afbuigen
turn
afdelven
do
afdienen
do
afdijken
do
affronteren
insult
afgeven
deliver

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.