Aderlaten (to bleed) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of aderlaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
aderlaat
I bleed
aderlaat
you bleed
aderlaat
he/she/it bleeds
aderlaten
we bleed
aderlaten
you all bleed
aderlaten
they bleed
Present perfect tense
heb adergelaten
I have bled
hebt adergelaten
you have bled
heeft adergelaten
he/she/it has bled
hebben adergelaten
we have bled
hebben adergelaten
you all have bled
hebben adergelaten
they have bled
Past tense
aderliet
I bled
aderliet
you bled
aderliet
he/she/it bled
aderlieten
we bled
aderlieten
you all bled
aderlieten
they bled
Future tense
zal aderlaten
I will bleed
zult aderlaten
you will bleed
zal aderlaten
he/she/it will bleed
zullen aderlaten
we will bleed
zullen aderlaten
you all will bleed
zullen aderlaten
they will bleed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aderlaten
I would bleed
zou aderlaten
you would bleed
zou aderlaten
he/she/it would bleed
zouden aderlaten
we would bleed
zouden aderlaten
you all would bleed
zouden aderlaten
they would bleed
Subjunctive mood
aderlate
I bleed
aderlate
you bleed
aderlate
he/she/it bleed
aderlate
we bleed
aderlate
you all bleed
aderlate
they bleed
Past perfect tense
had adergelaten
I had bled
had adergelaten
you had bled
had adergelaten
he/she/it had bled
hadden adergelaten
we had bled
hadden adergelaten
you all had bled
hadden adergelaten
they had bled
Future perf.
zal adergelaten hebben
I will have bled
zal adergelaten hebben
you will have bled
zal adergelaten hebben
he/she/it will have bled
zullen adergelaten hebben
we will have bled
zullen adergelaten hebben
you all will have bled
zullen adergelaten hebben
they will have bled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou adergelaten hebben
I would have bled
zou adergelaten hebben
you would have bled
zou adergelaten hebben
he/she/it would have bled
zouden adergelaten hebben
we would have bled
zouden adergelaten hebben
you all would have bled
zouden adergelaten hebben
they would have bled
Du
Ihr
Imperative mood
aderlaat
bleed
aderlaat
bleed

Examples of aderlaten

Example in DutchTranslation in English
- Kunnen we haar aderlaten?If we bleed her?
Het aderlaten is al bekend van de Romeinen.The practice of bleeding goes back to the Romans.
Ik wilde hem aderlaten, maar ik had geen mes.I wanted to bleed him, but nothing to cut him with.
We aderlaten al generaties lang mensen om in leven te blijven.We've been bleeding people to stay alive for generations.
We moesten hem aderlaten.- We had to bleed him this morning, sir.
- Hij heeft de vervain uit mijn lijf adergelaten.He bled the vervain out of my body.
De chirurgen hebben me een paar keer adergelaten en nu wordt ik beter denk ik.The surgeons have bled me once or twice, and so I think to be better.
Wanneer ben je voor 't laatst adergelaten?- Frank, when was the last time you had your gums bled? - [B.J.] Klinger.
Ze hebben hem net adergelaten.They just bled him.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerlaten
lower
overlaten
leave

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bleed':

None found.
Learning languages?