Aanzuigen (to aspirate) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of aanzuigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zuig aan
I aspirate
zuigt aan
you aspirate
zuigt aan
he/she/it aspirates
zuigen aan
we aspirate
zuigen aan
you all aspirate
zuigen aan
they aspirate
Present perfect tense
heb aangezogen
I have aspirated
hebt aangezogen
you have aspirated
heeft aangezogen
he/she/it has aspirated
hebben aangezogen
we have aspirated
hebben aangezogen
you all have aspirated
hebben aangezogen
they have aspirated
Past tense
zoog aan
I aspirated
zoog aan
you aspirated
zoog aan
he/she/it aspirated
zogen aan
we aspirated
zogen aan
you all aspirated
zogen aan
they aspirated
Future tense
zal aanzuigen
I will aspirate
zult aanzuigen
you will aspirate
zal aanzuigen
he/she/it will aspirate
zullen aanzuigen
we will aspirate
zullen aanzuigen
you all will aspirate
zullen aanzuigen
they will aspirate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanzuigen
I would aspirate
zou aanzuigen
you would aspirate
zou aanzuigen
he/she/it would aspirate
zouden aanzuigen
we would aspirate
zouden aanzuigen
you all would aspirate
zouden aanzuigen
they would aspirate
Subjunctive mood
zuige aan
I aspirate
zuige aan
you aspirate
zuige aan
he/she/it aspirate
zuige aan
we aspirate
zuige aan
you all aspirate
zuige aan
they aspirate
Past perfect tense
had aangezogen
I had aspirated
had aangezogen
you had aspirated
had aangezogen
he/she/it had aspirated
hadden aangezogen
we had aspirated
hadden aangezogen
you all had aspirated
hadden aangezogen
they had aspirated
Future perf.
zal aangezogen hebben
I will have aspirated
zal aangezogen hebben
you will have aspirated
zal aangezogen hebben
he/she/it will have aspirated
zullen aangezogen hebben
we will have aspirated
zullen aangezogen hebben
you all will have aspirated
zullen aangezogen hebben
they will have aspirated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangezogen hebben
I would have aspirated
zou aangezogen hebben
you would have aspirated
zou aangezogen hebben
he/she/it would have aspirated
zouden aangezogen hebben
we would have aspirated
zouden aangezogen hebben
you all would have aspirated
zouden aangezogen hebben
they would have aspirated
Present bijzin tense
aanzuig
I aspirate
aanzuigt
you aspirate
aanzuigt
he/she/it aspirates
aanzuigen
we aspirate
aanzuigen
you all aspirate
aanzuigen
they aspirate
Past bijzin tense
aanzoog
I aspirated
aanzoog
you aspirated
aanzoog
he/she/it aspirated
aanzogen
we aspirated
aanzogen
you all aspirated
aanzogen
they aspirated
Future bijzin tense
zal aanzuigen
I will aspirate
zult aanzuigen
you will aspirate
zal aanzuigen
he/she/it will aspirate
zullen aanzuigen
we will aspirate
zullen aanzuigen
you all will aspirate
zullen aanzuigen
they will aspirate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanzuigen
I would aspirate
zou aanzuigen
you would aspirate
zou aanzuigen
he/she/it would aspirate
zouden aanzuigen
we would aspirate
zouden aanzuigen
you all would aspirate
zouden aanzuigen
they would aspirate
Subjunctive bijzin mood
aanzuige
I aspirate
aanzuige
you aspirate
aanzuige
he/she/it aspirate
aanzuige
we aspirate
aanzuige
you all aspirate
aanzuige
they aspirate
Du
Ihr
Imperative mood
zuig aan
aspirate
zuigt aan
aspirate

Examples of aanzuigen

Example in DutchTranslation in English
Ik kon het ruiken bij ons slachtoffer omdat het in haar longen zat toen ze stierf, die aanzuigen tijdens lijkstrijfheid. Oke. Inpakken en markeren.I could smell it on our victim 'cause it was in her lungs when she died, which aspirates during rigor.
Maar dit hier heeft minieme sporen van verbrande kerosine, zeeschuim en aangezogen JP-5 vliegtuigbrandstof, op het oppervlak.But this one has minute traces of after-burned kerosene, sea foam, and aspirated JP-5 aircraft fuel embedded in the surface.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aantuigen
do
aanzeggen
instigate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanrijpen
do
aantappen
do
aanvijlen
sharpen
aanwrijven
blame
aanzoeten
sweeten
aanzuiveren
aspirate
abseilen
abseil
accorderen
come to an agreement
accrediteren
come to an agreement
achteraanblijven
rear stay

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'aspirate':

None found.
Learning languages?