Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aansjouwen (to drag along) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sjouw aan
sjouwt aan
sjouwt aan
sjouwen aan
sjouwen aan
sjouwen aan
Present perfect tense
heb aangesjouwd
hebt aangesjouwd
heeft aangesjouwd
hebben aangesjouwd
hebben aangesjouwd
hebben aangesjouwd
Past tense
sjouwde aan
sjouwde aan
sjouwde aan
sjouwden aan
sjouwden aan
sjouwden aan
Future tense
zal aansjouwen
zult aansjouwen
zal aansjouwen
zullen aansjouwen
zullen aansjouwen
zullen aansjouwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aansjouwen
zou aansjouwen
zou aansjouwen
zouden aansjouwen
zouden aansjouwen
zouden aansjouwen
Subjunctive mood
sjouwe aan
sjouwe aan
sjouwe aan
sjouwe aan
sjouwe aan
sjouwe aan
Past perfect tense
had aangesjouwd
had aangesjouwd
had aangesjouwd
hadden aangesjouwd
hadden aangesjouwd
hadden aangesjouwd
Future perf.
zal aangesjouwd hebben
zal aangesjouwd hebben
zal aangesjouwd hebben
zullen aangesjouwd hebben
zullen aangesjouwd hebben
zullen aangesjouwd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangesjouwd hebben
zou aangesjouwd hebben
zou aangesjouwd hebben
zouden aangesjouwd hebben
zouden aangesjouwd hebben
zouden aangesjouwd hebben
Present bijzin tense
aansjouw
aansjouwt
aansjouwt
aansjouwen
aansjouwen
aansjouwen
Past bijzin tense
aansjouwde
aansjouwde
aansjouwde
aansjouwden
aansjouwden
aansjouwden
Future bijzin tense
zal aansjouwen
zult aansjouwen
zal aansjouwen
zullen aansjouwen
zullen aansjouwen
zullen aansjouwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aansjouwen
zou aansjouwen
zou aansjouwen
zouden aansjouwen
zouden aansjouwen
zouden aansjouwen
Subjunctive bijzin mood
aansjouwe
aansjouwe
aansjouwe
aansjouwe
aansjouwe
aansjouwe
Du
Ihr
Imperative mood
sjouw aan
sjouwt aan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aansjokken
do
aansjorren
tighten
aansnauwen
snap at
aanstouwen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanloden
do
aanpoten
hurry up
aanschellen
do
aanschieten
throw on
aanschouwen
do
aanschroeven
screw
aansjorren
tighten
aanslaan
drag along
aanspannen
tension
aanstijven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drag along':

None found.