Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanleggen (to leave on) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leg aan
legt aan
legt aan
leggen aan
leggen aan
leggen aan
Present perfect tense
heb aangelegd
hebt aangelegd
heeft aangelegd
hebben aangelegd
hebben aangelegd
hebben aangelegd
Past tense
legde aan
legde aan
legde aan
legden aan
legden aan
legden aan
Future tense
zal aanleggen
zult aanleggen
zal aanleggen
zullen aanleggen
zullen aanleggen
zullen aanleggen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanleggen
zou aanleggen
zou aanleggen
zouden aanleggen
zouden aanleggen
zouden aanleggen
Subjunctive mood
legge aan
legge aan
legge aan
legge aan
legge aan
legge aan
Past perfect tense
had aangelegd
had aangelegd
had aangelegd
hadden aangelegd
hadden aangelegd
hadden aangelegd
Future perf.
zal aangelegd hebben
zal aangelegd hebben
zal aangelegd hebben
zullen aangelegd hebben
zullen aangelegd hebben
zullen aangelegd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangelegd hebben
zou aangelegd hebben
zou aangelegd hebben
zouden aangelegd hebben
zouden aangelegd hebben
zouden aangelegd hebben
Present bijzin tense
aanleg
aanlegt
aanlegt
aanleggen
aanleggen
aanleggen
Past bijzin tense
aanlegde
aanlegde
aanlegde
aanlegden
aanlegden
aanlegden
Future bijzin tense
zal aanleggen
zult aanleggen
zal aanleggen
zullen aanleggen
zullen aanleggen
zullen aanleggen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanleggen
zou aanleggen
zou aanleggen
zouden aanleggen
zouden aanleggen
zouden aanleggen
Subjunctive bijzin mood
aanlegge
aanlegge
aanlegge
aanlegge
aanlegge
aanlegge
Du
Ihr
Imperative mood
leg aan
legt aan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanlangen
do
aanlengen
leave on
aanleunen
lean
aanliggen
abut
aanzeggen
instigate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aaneenkluisteren
do
aankaarten
do
aanklemmen
do
aankloten
do
aankoeken
enter into
aanlappen
pass off on
aanlaten
leave on
aanlengen
leave on
aanmelden
register
aanpappen
pick up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'leave on':

None found.