Aankruien (to bring along in wheelbarrow) conjugation

Dutch

Conjugation of aankruien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
krui aan
I bring along in wheelbarrow
kruit aan
you bring along in wheelbarrow
kruit aan
he/she/it brings along in wheelbarrow
kruien aan
we bring along in wheelbarrow
kruien aan
you all bring along in wheelbarrow
kruien aan
they bring along in wheelbarrow
Present perfect tense
heb aangekruid
I have brought along in wheelbarrow
hebt aangekruid
you have brought along in wheelbarrow
heeft aangekruid
he/she/it has brought along in wheelbarrow
hebben aangekruid
we have brought along in wheelbarrow
hebben aangekruid
you all have brought along in wheelbarrow
hebben aangekruid
they have brought along in wheelbarrow
Past tense
kruide aan
I brought along in wheelbarrow
kruide aan
you brought along in wheelbarrow
kruide aan
he/she/it brought along in wheelbarrow
kruiden aan
we brought along in wheelbarrow
kruiden aan
you all brought along in wheelbarrow
kruiden aan
they brought along in wheelbarrow
Future tense
zal aankruien
I will bring along in wheelbarrow
zult aankruien
you will bring along in wheelbarrow
zal aankruien
he/she/it will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
we will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
you all will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
they will bring along in wheelbarrow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aankruien
I would bring along in wheelbarrow
zou aankruien
you would bring along in wheelbarrow
zou aankruien
he/she/it would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
we would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
you all would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
they would bring along in wheelbarrow
Subjunctive mood
kruie aan
I bring along in wheelbarrow
kruie aan
you bring along in wheelbarrow
kruie aan
he/she/it bring along in wheelbarrow
kruie aan
we bring along in wheelbarrow
kruie aan
you all bring along in wheelbarrow
kruie aan
they bring along in wheelbarrow
Past perfect tense
had aangekruid
I had brought along in wheelbarrow
had aangekruid
you had brought along in wheelbarrow
had aangekruid
he/she/it had brought along in wheelbarrow
hadden aangekruid
we had brought along in wheelbarrow
hadden aangekruid
you all had brought along in wheelbarrow
hadden aangekruid
they had brought along in wheelbarrow
Future perf.
zal aangekruid hebben
I will have brought along in wheelbarrow
zal aangekruid hebben
you will have brought along in wheelbarrow
zal aangekruid hebben
he/she/it will have brought along in wheelbarrow
zullen aangekruid hebben
we will have brought along in wheelbarrow
zullen aangekruid hebben
you all will have brought along in wheelbarrow
zullen aangekruid hebben
they will have brought along in wheelbarrow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangekruid hebben
I would have brought along in wheelbarrow
zou aangekruid hebben
you would have brought along in wheelbarrow
zou aangekruid hebben
he/she/it would have brought along in wheelbarrow
zouden aangekruid hebben
we would have brought along in wheelbarrow
zouden aangekruid hebben
you all would have brought along in wheelbarrow
zouden aangekruid hebben
they would have brought along in wheelbarrow
Present bijzin tense
aankrui
I bring along in wheelbarrow
aankruit
you bring along in wheelbarrow
aankruit
he/she/it brings along in wheelbarrow
aankruien
we bring along in wheelbarrow
aankruien
you all bring along in wheelbarrow
aankruien
they bring along in wheelbarrow
Past bijzin tense
aankruide
I brought along in wheelbarrow
aankruide
you brought along in wheelbarrow
aankruide
he/she/it brought along in wheelbarrow
aankruiden
we brought along in wheelbarrow
aankruiden
you all brought along in wheelbarrow
aankruiden
they brought along in wheelbarrow
Future bijzin tense
zal aankruien
I will bring along in wheelbarrow
zult aankruien
you will bring along in wheelbarrow
zal aankruien
he/she/it will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
we will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
you all will bring along in wheelbarrow
zullen aankruien
they will bring along in wheelbarrow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aankruien
I would bring along in wheelbarrow
zou aankruien
you would bring along in wheelbarrow
zou aankruien
he/she/it would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
we would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
you all would bring along in wheelbarrow
zouden aankruien
they would bring along in wheelbarrow
Subjunctive bijzin mood
aankruie
I bring along in wheelbarrow
aankruie
you bring along in wheelbarrow
aankruie
he/she/it bring along in wheelbarrow
aankruie
we bring along in wheelbarrow
aankruie
you all bring along in wheelbarrow
aankruie
they bring along in wheelbarrow
Du
Ihr
Imperative mood
krui aan
bring along in wheelbarrow
kruit aan
bring along in wheelbarrow

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aankooien
do

Similar but longer

aankruisen
mark

Random

aaneendriegen
do
aanhalen
quote
aankalken
do
aanklooien
fool around
aanknopen
enter into
aankomen
arrive
aankrijgen
succeed in getting on
aankruisen
mark
aanlopen
ogle
aanpassen
adapt

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bring along in wheelbarrow':

None found.
Learning languages?