Aangraven (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of aangraven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
graaf aan
I do
graaft aan
you do
graaft aan
he/she/it does
graven aan
we do
graven aan
you all do
graven aan
they do
Present perfect tense
heb aangegraven
I have done
hebt aangegraven
you have done
heeft aangegraven
he/she/it has done
hebben aangegraven
we have done
hebben aangegraven
you all have done
hebben aangegraven
they have done
Past tense
groef aan
I did
groef aan
you did
groef aan
he/she/it did
groeven aan
we did
groeven aan
you all did
groeven aan
they did
Future tense
zal aangraven
I will do
zult aangraven
you will do
zal aangraven
he/she/it will do
zullen aangraven
we will do
zullen aangraven
you all will do
zullen aangraven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aangraven
I would do
zou aangraven
you would do
zou aangraven
he/she/it would do
zouden aangraven
we would do
zouden aangraven
you all would do
zouden aangraven
they would do
Subjunctive mood
grave aan
I do
grave aan
you do
grave aan
he/she/it do
grave aan
we do
grave aan
you all do
grave aan
they do
Past perfect tense
had aangegraven
I had done
had aangegraven
you had done
had aangegraven
he/she/it had done
hadden aangegraven
we had done
hadden aangegraven
you all had done
hadden aangegraven
they had done
Future perf.
zal aangegraven hebben
I will have done
zal aangegraven hebben
you will have done
zal aangegraven hebben
he/she/it will have done
zullen aangegraven hebben
we will have done
zullen aangegraven hebben
you all will have done
zullen aangegraven hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangegraven hebben
I would have done
zou aangegraven hebben
you would have done
zou aangegraven hebben
he/she/it would have done
zouden aangegraven hebben
we would have done
zouden aangegraven hebben
you all would have done
zouden aangegraven hebben
they would have done
Present bijzin tense
aangraaf
I do
aangraaft
you do
aangraaft
he/she/it does
aangraven
we do
aangraven
you all do
aangraven
they do
Past bijzin tense
aangroef
I did
aangroef
you did
aangroef
he/she/it did
aangroeven
we did
aangroeven
you all did
aangroeven
they did
Future bijzin tense
zal aangraven
I will do
zult aangraven
you will do
zal aangraven
he/she/it will do
zullen aangraven
we will do
zullen aangraven
you all will do
zullen aangraven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aangraven
I would do
zou aangraven
you would do
zou aangraven
he/she/it would do
zouden aangraven
we would do
zouden aangraven
you all would do
zouden aangraven
they would do
Subjunctive bijzin mood
aangrave
I do
aangrave
you do
aangrave
he/she/it do
aangrave
we do
aangrave
you all do
aangrave
they do
Du
Ihr
Imperative mood
graaf aan
do
graaft aan
do

Examples of aangraven

Example in DutchTranslation in English
Wie hielp me graven aan de wortel van mijn problemen.Who helped me dig down to the root of my problems.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aandraven
trot along
aangolven
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?