Zonnebaden (to sunbathe) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of zonnebaden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zonnebaad
I sunbathe
zonnebaadt
you sunbathe
zonnebaadt
he/she/it sunbathes
zonnebaden
we sunbathe
zonnebaden
you all sunbathe
zonnebaden
they sunbathe
Present perfect tense
heb gezonnebaad
I have sunbathed
hebt gezonnebaad
you have sunbathed
heeft gezonnebaad
he/she/it has sunbathed
hebben gezonnebaad
we have sunbathed
hebben gezonnebaad
you all have sunbathed
hebben gezonnebaad
they have sunbathed
Past tense
zonnebaadde
I sunbathed
zonnebaadde
you sunbathed
zonnebaadde
he/she/it sunbathed
zonnebaadden
we sunbathed
zonnebaadden
you all sunbathed
zonnebaadden
they sunbathed
Future tense
zal zonnebaden
I will sunbathe
zult zonnebaden
you will sunbathe
zal zonnebaden
he/she/it will sunbathe
zullen zonnebaden
we will sunbathe
zullen zonnebaden
you all will sunbathe
zullen zonnebaden
they will sunbathe
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zonnebaden
I would sunbathe
zou zonnebaden
you would sunbathe
zou zonnebaden
he/she/it would sunbathe
zouden zonnebaden
we would sunbathe
zouden zonnebaden
you all would sunbathe
zouden zonnebaden
they would sunbathe
Subjunctive mood
zonnebade
I sunbathe
zonnebade
you sunbathe
zonnebade
he/she/it sunbathe
zonnebade
we sunbathe
zonnebade
you all sunbathe
zonnebade
they sunbathe
Past perfect tense
had gezonnebaad
I had sunbathed
had gezonnebaad
you had sunbathed
had gezonnebaad
he/she/it had sunbathed
hadden gezonnebaad
we had sunbathed
hadden gezonnebaad
you all had sunbathed
hadden gezonnebaad
they had sunbathed
Future perf.
zal gezonnebaad hebben
I will have sunbathed
zal gezonnebaad hebben
you will have sunbathed
zal gezonnebaad hebben
he/she/it will have sunbathed
zullen gezonnebaad hebben
we will have sunbathed
zullen gezonnebaad hebben
you all will have sunbathed
zullen gezonnebaad hebben
they will have sunbathed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezonnebaad hebben
I would have sunbathed
zou gezonnebaad hebben
you would have sunbathed
zou gezonnebaad hebben
he/she/it would have sunbathed
zouden gezonnebaad hebben
we would have sunbathed
zouden gezonnebaad hebben
you all would have sunbathed
zouden gezonnebaad hebben
they would have sunbathed
Du
Ihr
Imperative mood
zonnebaad
sunbathe
zonnebaadt
sunbathe

Examples of zonnebaden

Example in DutchTranslation in English
- Lekker onthaasten en zonnebaden.- Unwind, sunbathe, unload this.
Een potje zonnebaden?We came up here to sunbathe?
En overal waar je kijkt... zie je mensen naakt zonnebaden.And everywhere you look there are nude sunbathers.
Er is niet echt een mooi uitzicht, maar zo kun je tenminste naakt zonnebaden.There's not much of a view, but you can sunbathe naked.
Gaan jullie ook samen zonnebaden?Do you boys sunbathe together?
Uiteindelijk nemen we een boot en kan ik de jongens zalm leren vangen terwijl jij zonnebaad op het dek en Twilight of zoiets leest.You know, eventually we'll get a boat and I could teach the boys how to catch salmon while you sunbathe on the deck and read Twilight or whatever.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wrokken
chafe
zamelen
gather
zegevieren
triumph
zippen
do
zoetvijlen
do
zondigen
sin
zonnen
sunbathe
zuchten
sigh
zwemmen
swim
zweren
swear

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sunbathe':

None found.
Learning languages?