Vloeren (to floor) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of vloeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vloer
I floor
vloert
you floor
vloert
he/she/it floors
vloeren
we floor
vloeren
you all floor
vloeren
they floor
Present perfect tense
heb gevloerd
I have floored
hebt gevloerd
you have floored
heeft gevloerd
he/she/it has floored
hebben gevloerd
we have floored
hebben gevloerd
you all have floored
hebben gevloerd
they have floored
Past tense
vloerde
I floored
vloerde
you floored
vloerde
he/she/it floored
vloerden
we floored
vloerden
you all floored
vloerden
they floored
Future tense
zal vloeren
I will floor
zult vloeren
you will floor
zal vloeren
he/she/it will floor
zullen vloeren
we will floor
zullen vloeren
you all will floor
zullen vloeren
they will floor
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vloeren
I would floor
zou vloeren
you would floor
zou vloeren
he/she/it would floor
zouden vloeren
we would floor
zouden vloeren
you all would floor
zouden vloeren
they would floor
Subjunctive mood
vloere
I floor
vloere
you floor
vloere
he/she/it floor
vloere
we floor
vloere
you all floor
vloere
they floor
Past perfect tense
had gevloerd
I had floored
had gevloerd
you had floored
had gevloerd
he/she/it had floored
hadden gevloerd
we had floored
hadden gevloerd
you all had floored
hadden gevloerd
they had floored
Future perf.
zal gevloerd hebben
I will have floored
zal gevloerd hebben
you will have floored
zal gevloerd hebben
he/she/it will have floored
zullen gevloerd hebben
we will have floored
zullen gevloerd hebben
you all will have floored
zullen gevloerd hebben
they will have floored
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevloerd hebben
I would have floored
zou gevloerd hebben
you would have floored
zou gevloerd hebben
he/she/it would have floored
zouden gevloerd hebben
we would have floored
zouden gevloerd hebben
you all would have floored
zouden gevloerd hebben
they would have floored
Du
Ihr
Imperative mood
vloer
floor
vloert
floor

Examples of vloeren

Example in DutchTranslation in English
"Artistieke bungalow met namaak houten vloeren in een besloten omgeving.""Artistic bungalow with wood-like floors in secluded setting."
"Ikmoeteenpaarhavelozeklauwenzijngeweest kelderen over vloeren van stille zeeën""I should have been a pair of ragged claws scuttling across floors of silent seas".
"Muren bewegen, plafonds en vloeren niet.""walls move, ceilings and floors don't."
"Romantisch boomtoppenzicht... zolderkamer, houten vloeren."""Romantic treetop view... attic loft, hardwood floors."
"naast Central Park, gedeeltelijk uitzicht, veel licht, hoge plafonds en houten vloeren.""...park block, partial views, bright and cheery, high ceilings and wood floors."
"... zullen op de vloer liggen, als beesten..."...will lie on the floor like animals...
"Als ik dans, Breek op die hele vloer# If I am dancin' Roll up the floor #
"De vloer aangeveegd" met hun fijne advocaat."Wiped the floor" with their fancy lawyer.
"De vloer strekte zich uit als een onmetelijke prehistorische vlakte."The cellar floor stretched before me like some vast primeval plain.
"Een lang stuk viel op de vloer als een gepleten tong.""A long section fell to the floor like a severed tongue. "
Als de verdoving dat ding niet vloert, moeten we echte kogels gebruiken.If your first tranquiliser dart doesn't floor this thing, we have no option but to use live rounds.
Balboa heeft de kampioen bijna gevloerd.Balboa just nearly floored the champ! A hook caught the exhausted champ off guard!
Hij heeft ze allemaal gevloerd.He floored all of them.
Hij werd drie keer gevloerd, twee keer door illegale klappen achter tegen zijn hoofd.He was floored three times, twice by illegal punches to the back of his head.
Houd haar gevloerd.Keep her floored.
Je bent net gevloerd omdat je graag naakte meiden ziet, Ed, geef toe.You're just floored because you like to see naked chicks, Ed, face it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

snoeren
do
vaceren
do
vaderen
father and
vereren
do
veteren
do
vexeren
do
vigeren
do
viseren
do
vloeien
flow
vloeken
swear
vlokken
do
vlooien
do
vlotten
raft
vomeren
suck up
voteren
do

Similar but longer

bevloeren
plank
vlotteren
smooth tars

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'floor':

None found.
Learning languages?