Vlotteren (to smooth tars) conjugation

Dutch

Conjugation of vlotteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlotter
I smooth tars
vlottert
you smooth tars
vlottert
he/she/it smooths tars
vlotteren
we smooth tars
vlotteren
you all smooth tars
vlotteren
they smooth tars
Present perfect tense
heb gevlotterd
I have smoothed tars
hebt gevlotterd
you have smoothed tars
heeft gevlotterd
he/she/it has smoothed tars
hebben gevlotterd
we have smoothed tars
hebben gevlotterd
you all have smoothed tars
hebben gevlotterd
they have smoothed tars
Past tense
vlotterde
I smoothed tars
vlotterde
you smoothed tars
vlotterde
he/she/it smoothed tars
vlotterden
we smoothed tars
vlotterden
you all smoothed tars
vlotterden
they smoothed tars
Future tense
zal vlotteren
I will smooth tars
zult vlotteren
you will smooth tars
zal vlotteren
he/she/it will smooth tars
zullen vlotteren
we will smooth tars
zullen vlotteren
you all will smooth tars
zullen vlotteren
they will smooth tars
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vlotteren
I would smooth tars
zou vlotteren
you would smooth tars
zou vlotteren
he/she/it would smooth tars
zouden vlotteren
we would smooth tars
zouden vlotteren
you all would smooth tars
zouden vlotteren
they would smooth tars
Subjunctive mood
vlottere
I smooth tars
vlottere
you smooth tars
vlottere
he/she/it smooth tars
vlottere
we smooth tars
vlottere
you all smooth tars
vlottere
they smooth tars
Past perfect tense
had gevlotterd
I had smoothed tars
had gevlotterd
you had smoothed tars
had gevlotterd
he/she/it had smoothed tars
hadden gevlotterd
we had smoothed tars
hadden gevlotterd
you all had smoothed tars
hadden gevlotterd
they had smoothed tars
Future perf.
zal gevlotterd hebben
I will have smoothed tars
zal gevlotterd hebben
you will have smoothed tars
zal gevlotterd hebben
he/she/it will have smoothed tars
zullen gevlotterd hebben
we will have smoothed tars
zullen gevlotterd hebben
you all will have smoothed tars
zullen gevlotterd hebben
they will have smoothed tars
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevlotterd hebben
I would have smoothed tars
zou gevlotterd hebben
you would have smoothed tars
zou gevlotterd hebben
he/she/it would have smoothed tars
zouden gevlotterd hebben
we would have smoothed tars
zouden gevlotterd hebben
you all would have smoothed tars
zouden gevlotterd hebben
they would have smoothed tars
Du
Ihr
Imperative mood
vlotter
smooth tars
vlottert
smooth tars

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

frotteren
frown
snotteren
snivel
stotteren
stutter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vesten
do
vijzen
screw
viseren
do
vlaggen
do
vlijmen
do
vlooien
do
vlotten
raft
vluchten
flee
volgooien
stuff
vollopen
flood

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smooth tars':

None found.
Learning languages?