Uitdruppelen (to drip) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of uitdruppelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
druppel uit
I drip
druppelt uit
you drip
druppelt uit
he/she/it drips
druppelen uit
we drip
druppelen uit
you all drip
druppelen uit
they drip
Present perfect tense
ben uitgedruppeld
I have dripped
bent uitgedruppeld
you have dripped
is uitgedruppeld
he/she/it has dripped
zijn uitgedruppeld
we have dripped
zijn uitgedruppeld
you all have dripped
zijn uitgedruppeld
they have dripped
Past tense
druppelde uit
I dripped
druppelde uit
you dripped
druppelde uit
he/she/it dripped
druppelden uit
we dripped
druppelden uit
you all dripped
druppelden uit
they dripped
Future tense
zal uitdruppelen
I will drip
zult uitdruppelen
you will drip
zal uitdruppelen
he/she/it will drip
zullen uitdruppelen
we will drip
zullen uitdruppelen
you all will drip
zullen uitdruppelen
they will drip
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitdruppelen
I would drip
zou uitdruppelen
you would drip
zou uitdruppelen
he/she/it would drip
zouden uitdruppelen
we would drip
zouden uitdruppelen
you all would drip
zouden uitdruppelen
they would drip
Subjunctive mood
druppele uit
I drip
druppele uit
you drip
druppele uit
he/she/it drip
druppele uit
we drip
druppele uit
you all drip
druppele uit
they drip
Past perfect tense
was uitgedruppeld
I had dripped
was uitgedruppeld
you had dripped
was uitgedruppeld
he/she/it had dripped
waren uitgedruppeld
we had dripped
waren uitgedruppeld
you all had dripped
waren uitgedruppeld
they had dripped
Future perf.
zal uitgedruppeld zijn
I will have dripped
zal uitgedruppeld zijn
you will have dripped
zal uitgedruppeld zijn
he/she/it will have dripped
zullen uitgedruppeld zijn
we will have dripped
zullen uitgedruppeld zijn
you all will have dripped
zullen uitgedruppeld zijn
they will have dripped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgedruppeld zijn
I would have dripped
zou uitgedruppeld zijn
you would have dripped
zou uitgedruppeld zijn
he/she/it would have dripped
zouden uitgedruppeld zijn
we would have dripped
zouden uitgedruppeld zijn
you all would have dripped
zouden uitgedruppeld zijn
they would have dripped
Present bijzin tense
uitdruppel
I drip
uitdruppelt
you drip
uitdruppelt
he/she/it drips
uitdruppelen
we drip
uitdruppelen
you all drip
uitdruppelen
they drip
Past bijzin tense
uitdruppelde
I dripped
uitdruppelde
you dripped
uitdruppelde
he/she/it dripped
uitdruppelden
we dripped
uitdruppelden
you all dripped
uitdruppelden
they dripped
Future bijzin tense
zal uitdruppelen
I will drip
zult uitdruppelen
you will drip
zal uitdruppelen
he/she/it will drip
zullen uitdruppelen
we will drip
zullen uitdruppelen
you all will drip
zullen uitdruppelen
they will drip
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitdruppelen
I would drip
zou uitdruppelen
you would drip
zou uitdruppelen
he/she/it would drip
zouden uitdruppelen
we would drip
zouden uitdruppelen
you all would drip
zouden uitdruppelen
they would drip
Subjunctive bijzin mood
uitdruppele
I drip
uitdruppele
you drip
uitdruppele
he/she/it drip
uitdruppele
we drip
uitdruppele
you all drip
uitdruppele
they drip
Du
Ihr
Imperative mood
druppel uit
drip
druppelt uit
drip

Examples of uitdruppelen

Example in DutchTranslation in English
Een druppel uit de naald die hij gebruikte om Turks bloed af te nemen.Maybe a drip from the needle he used to draw Turk's blood.
Het water blijft druppelen uit die kraan.That water is dripping from that faucet in half-ounce drops.
Ik ben verbaasd over het gemak met welke je spreekt over het druppelen uit de gevorkte tong.I am amazed at the ease with which lies drip from your forked tongue.
Het druppelde uit je neus op die deken toen je haar vermoordde.It dripped out of your nose onto the blanket while you were killing her.
Dat spul op de bodem waar dat spul uitdruppelt.You know, that bit that you get at the bottom of the bin - when all that stuff drips out. - Oh, yeah.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitdroppelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drip':

None found.
Learning languages?