Experimenteren (to experiment) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of experimenteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
experimenteer
I experiment
experimenteert
you experiment
experimenteert
he/she/it experiments
experimenteren
we experiment
experimenteren
you all experiment
experimenteren
they experiment
Present perfect tense
heb geëxperimenteerd
I have experimented
hebt geëxperimenteerd
you have experimented
heeft geëxperimenteerd
he/she/it has experimented
hebben geëxperimenteerd
we have experimented
hebben geëxperimenteerd
you all have experimented
hebben geëxperimenteerd
they have experimented
Past tense
experimenteerde
I experimented
experimenteerde
you experimented
experimenteerde
he/she/it experimented
experimenteerden
we experimented
experimenteerden
you all experimented
experimenteerden
they experimented
Future tense
zal experimenteren
I will experiment
zult experimenteren
you will experiment
zal experimenteren
he/she/it will experiment
zullen experimenteren
we will experiment
zullen experimenteren
you all will experiment
zullen experimenteren
they will experiment
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou experimenteren
I would experiment
zou experimenteren
you would experiment
zou experimenteren
he/she/it would experiment
zouden experimenteren
we would experiment
zouden experimenteren
you all would experiment
zouden experimenteren
they would experiment
Subjunctive mood
experimentere
I experiment
experimentere
you experiment
experimentere
he/she/it experiment
experimentere
we experiment
experimentere
you all experiment
experimentere
they experiment
Past perfect tense
had geëxperimenteerd
I had experimented
had geëxperimenteerd
you had experimented
had geëxperimenteerd
he/she/it had experimented
hadden geëxperimenteerd
we had experimented
hadden geëxperimenteerd
you all had experimented
hadden geëxperimenteerd
they had experimented
Future perf.
zal geëxperimenteerd hebben
I will have experimented
zal geëxperimenteerd hebben
you will have experimented
zal geëxperimenteerd hebben
he/she/it will have experimented
zullen geëxperimenteerd hebben
we will have experimented
zullen geëxperimenteerd hebben
you all will have experimented
zullen geëxperimenteerd hebben
they will have experimented
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëxperimenteerd hebben
I would have experimented
zou geëxperimenteerd hebben
you would have experimented
zou geëxperimenteerd hebben
he/she/it would have experimented
zouden geëxperimenteerd hebben
we would have experimented
zouden geëxperimenteerd hebben
you all would have experimented
zouden geëxperimenteerd hebben
they would have experimented
Du
Ihr
Imperative mood
experimenteer
experiment
experimenteert
experiment

Examples of experimenteren

Example in DutchTranslation in English
- Dan gaan ze met je experimenteren. - Wie zijn "ze" ?- And that's when they do the experiments.
- Dat betekent niet dat hij schuldig was experimenteren op... op... op dingen die hij mag niet experimenteren op.- Yeah, I know. - That doesn't mean he was guilty of experimenting on... on... on things that he shouldn't be experimenting on.
- En dat jullie met raketten experimenteren.- And that you're experimenting with rockets.
- Het is goed. Ik ben helemaal voor experimenteren.You know, I'm all for experimentation.
- Hij had een beetje weinig vampiers... en hij had er één nodig om zijn werk af te maken dus liet ik hem op mij experimenteren.He was running low on vampires, and he needed one to continue his work, so I let him experiment on me.
- Ik experimenteer niet met ze. Zodra Washington het weet, ben ik al op m'n privé-eiland.Listen, I'm not experimenting on abnormals, and nor do I intend to, and by the time those dunderheads in Washington find out,
- Ik experimenteer.I'm an experimentalist.
Al experimenteer ik wel met een nieuwe teflon glans aan de buitenkant.Although I am experimenting with a new teflonian exterior glaze.
Bartleby, experimenteer je met alcohol?Bartleby, are you experimenting with alcohol?
Dan experimenteer je later maar.Then you can experiment later.
- Dat ze experimenteert... met drugsThat she experiments. With drugs!
- Hij experimenteert.- He's experimenting.
- Iemand experimenteert op onschuldigen. Proberen de limieten te overschrijden van wat lichamelijk en geestelijk mogelijk is.Someone is experimenting on innocents, trying to push the limits of what's physically and mentally possible.
- Ik kreeg dit van iemand. Hij experimenteert met polymeerhars dat het bewijs onberoerd laat.I got this from some guy out there that's experimenting with this inert polymer resin that's totally noninvasive.
- Ik tap mijzelf af. Je experimenteert op jezelf?You experiment on yourself?
-Ik heb geëxperimenteerd met drugs.I've experimented with drugs.
Als kind hebben we allemaal wel wat geëxperimenteerd.Well, I mean, as a kid we all experimented.
Als ze samen kogels kunnen laten afbuigen, zijn ze niet... onschuldigen waarop geëxperimenteerd is.Catherine, if they can team up to redirect bullets, they're not innocents who've been experimented on, okay? They are assassins.
Daar hebben we jaren geleden mee geëxperimenteerd.We experimented with that years ago.
Dan zal er op haar geëxperimenteerd worden voor de rest van haar leven.Then she'll be experimented on for the rest of her life.
- Andere kinderen ook waar hij op experimenteerde.So did a lot of other kids who he experimented on.
- Een traditionele aanpak ging niet. Dus ik experimenteerde met procedures die anders nooit bij me waren opgekomen.l didn't have the resources to try traditional methods, so l experimented with procedures that never would have occurred to me under ordinary circumstances.
- Hier experimenteerde hij op ze.It's where he experimented on them.
Christine experimenteerde op me, maar ik ben in orde.Christine experimented on me, but I'm fine.
Cristina doolde in een zoektocht naar zelfexpressie door Barcelona en experimenteerde met haar nieuwste passie, de fotografie. Ze vond dat ze zich belachelijk had gemaakt net op het grote moment met Juan Antonio.Cristina, searching for a means of self- expression wandered the streets of Barcelona, experimented with her latest passion, photography and believed that she had made a fool of herself exactly at the moment of truth with Juan Antonio.
"Ze experimenteerden op hun gevangenen.Τhey experimented on the prisoners.
Bij hun onderzoek naar de opstijging, experimenteerden de "Ouden"voortdurend met de overdracht van het menselijk bewustzijn.In their ascension research the ancients experimented with the transfer of human consciousness all the time.
Daar waar psychologen experimenteerden met kinderen uit weeshuizen.It's where psychologists took children from orphanages and experimented on them.
De Ouden die ermee experimenteerden stegen op of stierven.The Ancients that experimented with that device either Ascended or died.
En daarom experimenteerden ze met kinderen?And so they experimented on kids?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

droogwrijven
wipe dry
enteren
inoculate
examineren
examine
excelleren
excel
exhiberen
exercise
expanderen
expand
expediëren
dispatch
expireren
expire
fantaseren
imagine
faseren
phase

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'experiment':

None found.
Learning languages?