Dichtknopen (to button up) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of dichtknopen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knoop dicht
I button up
knoopt dicht
you button up
knoopt dicht
he/she/it buttons up
knopen dicht
we button up
knopen dicht
you all button up
knopen dicht
they button up
Present perfect tense
heb dichtgeknoopt
I have buttoned up
hebt dichtgeknoopt
you have buttoned up
heeft dichtgeknoopt
he/she/it has buttoned up
hebben dichtgeknoopt
we have buttoned up
hebben dichtgeknoopt
you all have buttoned up
hebben dichtgeknoopt
they have buttoned up
Past tense
knoopte dicht
I buttoned up
knoopte dicht
you buttoned up
knoopte dicht
he/she/it buttoned up
knoopten dicht
we buttoned up
knoopten dicht
you all buttoned up
knoopten dicht
they buttoned up
Future tense
zal dichtknopen
I will button up
zult dichtknopen
you will button up
zal dichtknopen
he/she/it will button up
zullen dichtknopen
we will button up
zullen dichtknopen
you all will button up
zullen dichtknopen
they will button up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtknopen
I would button up
zou dichtknopen
you would button up
zou dichtknopen
he/she/it would button up
zouden dichtknopen
we would button up
zouden dichtknopen
you all would button up
zouden dichtknopen
they would button up
Subjunctive mood
knope dicht
I button up
knope dicht
you button up
knope dicht
he/she/it button up
knope dicht
we button up
knope dicht
you all button up
knope dicht
they button up
Past perfect tense
had dichtgeknoopt
I had buttoned up
had dichtgeknoopt
you had buttoned up
had dichtgeknoopt
he/she/it had buttoned up
hadden dichtgeknoopt
we had buttoned up
hadden dichtgeknoopt
you all had buttoned up
hadden dichtgeknoopt
they had buttoned up
Future perf.
zal dichtgeknoopt hebben
I will have buttoned up
zal dichtgeknoopt hebben
you will have buttoned up
zal dichtgeknoopt hebben
he/she/it will have buttoned up
zullen dichtgeknoopt hebben
we will have buttoned up
zullen dichtgeknoopt hebben
you all will have buttoned up
zullen dichtgeknoopt hebben
they will have buttoned up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgeknoopt hebben
I would have buttoned up
zou dichtgeknoopt hebben
you would have buttoned up
zou dichtgeknoopt hebben
he/she/it would have buttoned up
zouden dichtgeknoopt hebben
we would have buttoned up
zouden dichtgeknoopt hebben
you all would have buttoned up
zouden dichtgeknoopt hebben
they would have buttoned up
Present bijzin tense
dichtknoop
I button up
dichtknoopt
you button up
dichtknoopt
he/she/it buttons up
dichtknopen
we button up
dichtknopen
you all button up
dichtknopen
they button up
Past bijzin tense
dichtknoopte
I buttoned up
dichtknoopte
you buttoned up
dichtknoopte
he/she/it buttoned up
dichtknoopten
we buttoned up
dichtknoopten
you all buttoned up
dichtknoopten
they buttoned up
Future bijzin tense
zal dichtknopen
I will button up
zult dichtknopen
you will button up
zal dichtknopen
he/she/it will button up
zullen dichtknopen
we will button up
zullen dichtknopen
you all will button up
zullen dichtknopen
they will button up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtknopen
I would button up
zou dichtknopen
you would button up
zou dichtknopen
he/she/it would button up
zouden dichtknopen
we would button up
zouden dichtknopen
you all would button up
zouden dichtknopen
they would button up
Subjunctive bijzin mood
dichtknope
I button up
dichtknope
you button up
dichtknope
he/she/it button up
dichtknope
we button up
dichtknope
you all button up
dichtknope
they button up
Du
Ihr
Imperative mood
knoop dicht
button up
knoopt dicht
button up

Examples of dichtknopen

Example in DutchTranslation in English
Je kunt beter die mooie mond van jou dichtknopen!You'd better button up that pretty mouth of yours!
Wel dichtknopen!-I just wanted you to button up.
Even de knopen dicht doen.Just let me button up.
Luitenant, doe de knopen dicht.Lieutenant, button up.
Nu, knopen dicht!Now, button up.
Dat u helemaal dichtgeknoopt bent, op één knoop na.Yeah, you're something all buttoned up.
Haar jurk is niet goed dichtgeknoopt.Her dress is buttoned up wrong.
Het hoefde alleen dichtgeknoopt te zijn voor de samenkomst, idioot.You're only supposed to be buttoned up for the convocation, moron.
Hij was tot bovenaan dichtgeknoopt.Her sweater was buttoned up, you know, all the way.
Hoewel een beetje bleekjes, zag tante Rose er helemaal dichtgeknoopt uit.Aunt Rose, even though pale, looked buttoned up again.
Zou m'n vader het goed vinden als ik m'n overhemd dichtknoopte?Do you think it would be all right with my daddy if I buttoned up my shirt?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

denoteren
denote
depersonaliseren
depersonalize
desactiveren
deactivate
destaliniseren
design honor
detailleren
detail
detineren
detain
diagnosticeren
diagnose
dichtknijpen
do
dichtlakken
lacquer close
differentiëren
defame

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'button up':

None found.
Learning languages?