Betreden (to tread) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of betreden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
betreed
I tread
betreedt
you tread
betreedt
he/she/it treads
betreden
we tread
betreden
you all tread
betreden
they tread
Present perfect tense
heb betreden
I have trod
hebt betreden
you have trod
heeft betreden
he/she/it has trod
hebben betreden
we have trod
hebben betreden
you all have trod
hebben betreden
they have trod
Past tense
betrad
I trod
betrad
you trod
betrad
he/she/it trod
betraden
we trod
betraden
you all trod
betraden
they trod
Future tense
zal betreden
I will tread
zult betreden
you will tread
zal betreden
he/she/it will tread
zullen betreden
we will tread
zullen betreden
you all will tread
zullen betreden
they will tread
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou betreden
I would tread
zou betreden
you would tread
zou betreden
he/she/it would tread
zouden betreden
we would tread
zouden betreden
you all would tread
zouden betreden
they would tread
Subjunctive mood
betrede
I tread
betrede
you tread
betrede
he/she/it tread
betrede
we tread
betrede
you all tread
betrede
they tread
Past perfect tense
had betreden
I had trod
had betreden
you had trod
had betreden
he/she/it had trod
hadden betreden
we had trod
hadden betreden
you all had trod
hadden betreden
they had trod
Future perf.
zal betreden hebben
I will have trod
zal betreden hebben
you will have trod
zal betreden hebben
he/she/it will have trod
zullen betreden hebben
we will have trod
zullen betreden hebben
you all will have trod
zullen betreden hebben
they will have trod
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou betreden hebben
I would have trod
zou betreden hebben
you would have trod
zou betreden hebben
he/she/it would have trod
zouden betreden hebben
we would have trod
zouden betreden hebben
you all would have trod
zouden betreden hebben
they would have trod
Du
Ihr
Imperative mood
betreed
tread
betreedt
tread

Examples of betreden

Example in DutchTranslation in English
Als je bent afgeweken van je eer als bespieder om het pad van bloed en slachting te betredenIf you have abandoned your honor as a Watcher to tread the path of blood and carnage...
Die al het comfort op geeft om deze modderige hel te betreden, om ons te bereiken... keer op keer, met haar brandende doel voor de vrijheid.throwing away all comfort to tread this muddy hell to reach us... time and again with her burning purpose of liberty.
Dit is gevaarlijk terrein dat we betreden.This is dangerous territory we're treading into.
Door betreden licht, hij kan voorkomen dat schrikken zijn prooi.By treading lightly, he can avoid scaring his prey.
Een leven korter, indien betreden zonder voorzichtigheid.Shorter by a lifetime, if tread absent caution.
Als je te laat bent, betreed je het water in de schelpen tank.If you're late, you tread water in the scallop tank.
Ga... betreed het pad. U zult nooit terugkeren.Go tread the path thou shalt ne'er return.
Ik betreed het jouwe met een plechtig verzoek.Now I risk treading on yours to make a solemn plea.
God zegene de grond die je betreedt. Maar pas op, alleen voor goede daden.May God bless the earth you tread, but, remember, only good deeds.
Je betreedt gevaarlijk terrein, vriend.You're treading in some deep waters, pal.
Men wil dat ik de zaak verlies zodat geen enkele vrouw dit mannen strijdperk betreedt.They want me to lose... so that no woman will tread into this male domain again
Wees voorzichtig, Propsero. Je betreedt versplinterd glas.Be careful Prospero, you tread on splintered glass.
Ik heb het gedaan. De nek omgedraaid van bruine Jenkins... betrad het andere pad en vervloekte een man voor gedwongen liefde.I did it... slew my Little Brown Jenkins, trod the left hand path, and spelled a man to force his love.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aftreden
kick down
bedieden
do
behoeden
save
bekleden
cover
besteden
spend
intreden
enter
optreden
perform
uitreden
drove out

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

beredderen
arrange
bergen
store
bestoken
harass
bestraten
pave
betrachten
exercise
betrappen
do
betreffen
concern
betreuren
deplore
betuinen
hedge
bevoorrechten
supply

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tread':

None found.
Learning languages?