Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zeilderen (to sail approach) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeilder
zeildert
zeildert
zeilderen
zeilderen
zeilderen
Present perfect tense
heb gezeilderd
hebt gezeilderd
heeft gezeilderd
hebben gezeilderd
hebben gezeilderd
hebben gezeilderd
Past tense
zeilderde
zeilderde
zeilderde
zeilderden
zeilderden
zeilderden
Future tense
zal zeilderen
zult zeilderen
zal zeilderen
zullen zeilderen
zullen zeilderen
zullen zeilderen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zeilderen
zou zeilderen
zou zeilderen
zouden zeilderen
zouden zeilderen
zouden zeilderen
Subjunctive mood
zeildere
zeildere
zeildere
zeildere
zeildere
zeildere
Past perfect tense
had gezeilderd
had gezeilderd
had gezeilderd
hadden gezeilderd
hadden gezeilderd
hadden gezeilderd
Future perf.
zal gezeilderd hebben
zal gezeilderd hebben
zal gezeilderd hebben
zullen gezeilderd hebben
zullen gezeilderd hebben
zullen gezeilderd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezeilderd hebben
zou gezeilderd hebben
zou gezeilderd hebben
zouden gezeilderd hebben
zouden gezeilderd hebben
zouden gezeilderd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zeilder
zeildert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

keilderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wijden
dedicate
wrijven
rub
wrikkelen
do
zabberen
salivate
zanten
do
zeiken
whine
zeilen
sail
zengen
scorch
zomen
hem
zomeren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sail approach':

None found.