Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

wegijlen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of wegijlen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ijl weg
I do
ijlt weg
you do
ijlt weg
he/she/it does
ijlen weg
we do
ijlen weg
you all do
ijlen weg
they do
Present perfect tense
ben weggeijld
I have done
bent weggeijld
you have done
is weggeijld
he/she/it has done
zijn weggeijld
we have done
zijn weggeijld
you all have done
zijn weggeijld
they have done
Past tense
ijlde weg
I did
ijlde weg
you did
ijlde weg
he/she/it did
ijlden weg
we did
ijlden weg
you all did
ijlden weg
they did
Future tense
zal wegijlen
I will do
zult wegijlen
you will do
zal wegijlen
he/she/it will do
zullen wegijlen
we will do
zullen wegijlen
you all will do
zullen wegijlen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegijlen
I would do
zou wegijlen
you would do
zou wegijlen
he/she/it would do
zouden wegijlen
we would do
zouden wegijlen
you all would do
zouden wegijlen
they would do
Subjunctive mood
ijle weg
I do
ijle weg
you do
ijle weg
he/she/it do
ijle weg
we do
ijle weg
you all do
ijle weg
they do
Past perfect tense
was weggeijld
I had done
was weggeijld
you had done
was weggeijld
he/she/it had done
waren weggeijld
we had done
waren weggeijld
you all had done
waren weggeijld
they had done
Future perf.
zal weggeijld zijn
I will have done
zal weggeijld zijn
you will have done
zal weggeijld zijn
he/she/it will have done
zullen weggeijld zijn
we will have done
zullen weggeijld zijn
you all will have done
zullen weggeijld zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggeijld zijn
I would have done
zou weggeijld zijn
you would have done
zou weggeijld zijn
he/she/it would have done
zouden weggeijld zijn
we would have done
zouden weggeijld zijn
you all would have done
zouden weggeijld zijn
they would have done
Present bijzin tense
wegijl
I do
wegijlt
you do
wegijlt
he/she/it does
wegijlen
we do
wegijlen
you all do
wegijlen
they do
Past bijzin tense
wegijlde
I did
wegijlde
you did
wegijlde
he/she/it did
wegijlden
we did
wegijlden
you all did
wegijlden
they did
Future bijzin tense
zal wegijlen
I will do
zult wegijlen
you will do
zal wegijlen
he/she/it will do
zullen wegijlen
we will do
zullen wegijlen
you all will do
zullen wegijlen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegijlen
I would do
zou wegijlen
you would do
zou wegijlen
he/she/it would do
zouden wegijlen
we would do
zouden wegijlen
you all would do
zouden wegijlen
they would do
Subjunctive bijzin mood
wegijle
I do
wegijle
you do
wegijle
he/she/it do
wegijle
we do
wegijle
you all do
wegijle
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ijl weg
do
ijlt weg
do

Further details about this page

LOCATION