Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Weerzien (to meet again) conjugation

Dutch
7 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zie weer
ziet weer
ziet weer
zien weer
zien weer
zien weer
Present perfect tense
heb weergezien
hebt weergezien
heeft weergezien
hebben weergezien
hebben weergezien
hebben weergezien
Past tense
zag weer
zag weer
zag weer
zagen weer
zagen weer
zagen weer
Future tense
zal weerzien
zult weerzien
zal weerzien
zullen weerzien
zullen weerzien
zullen weerzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou weerzien
zou weerzien
zou weerzien
zouden weerzien
zouden weerzien
zouden weerzien
Subjunctive mood
zie weer
zie weer
zie weer
zie weer
zie weer
zie weer
Past perfect tense
had weergezien
had weergezien
had weergezien
hadden weergezien
hadden weergezien
hadden weergezien
Future perf.
zal weergezien hebben
zal weergezien hebben
zal weergezien hebben
zullen weergezien hebben
zullen weergezien hebben
zullen weergezien hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weergezien hebben
zou weergezien hebben
zou weergezien hebben
zouden weergezien hebben
zouden weergezien hebben
zouden weergezien hebben
Present bijzin tense
weerzie
weerziet
weerziet
weerzien
weerzien
weerzien
Past bijzin tense
weerzag
weerzag
weerzag
weerzagen
weerzagen
weerzagen
Future bijzin tense
zal weerzien
zult weerzien
zal weerzien
zullen weerzien
zullen weerzien
zullen weerzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou weerzien
zou weerzien
zou weerzien
zouden weerzien
zouden weerzien
zouden weerzien
Subjunctive bijzin mood
weerzie
weerzie
weerzie
weerzie
weerzie
weerzie
Du
Ihr
Imperative mood
zie weer
ziet w

Examples of weerzien

Example in DutchTranslation in English
"Dit zijn de dagen dat we elkaar weerzien.""here are the days when we meet again"
"Wacht, op een dag zullen we elkaar weerzien""Wait, some day we'll meet again"
"dank kan ik als we elkaar weerzien jouw mening eens horen"."so that when we meet again I can have your opinion".
'God weet wanneer we elkander weerzien.' Dat is Shakespeare.My darling, farewell. God knows when we shall meet again. That's Shakespeare, you know?
Aangezien het onwaarschijnlijk is, dat wij elkaar ooit weerzien, zeg ik het nu.Since it's unlikely we'll ever meet again, I might as well say it now.
Ik ben blij dat we elkaar weergezien hebben, oude vriend.And I'm glad we met again, my old friend.
Zelfs als je iemand weerziet, ben je nog niet verliefd.Even if you meet again, who says you're in love?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerzien
look down
overzien
oversee

Similar but longer

wederzien
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'meet again':

None found.