Weerzien (to meet again) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of weerzien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zie weer
I meet again
ziet weer
you meet again
ziet weer
he/she/it meets again
zien weer
we meet again
zien weer
you all meet again
zien weer
they meet again
Present perfect tense
heb weergezien
I have met again
hebt weergezien
you have met again
heeft weergezien
he/she/it has met again
hebben weergezien
we have met again
hebben weergezien
you all have met again
hebben weergezien
they have met again
Past tense
zag weer
I met again
zag weer
you met again
zag weer
he/she/it met again
zagen weer
we met again
zagen weer
you all met again
zagen weer
they met again
Future tense
zal weerzien
I will meet again
zult weerzien
you will meet again
zal weerzien
he/she/it will meet again
zullen weerzien
we will meet again
zullen weerzien
you all will meet again
zullen weerzien
they will meet again
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou weerzien
I would meet again
zou weerzien
you would meet again
zou weerzien
he/she/it would meet again
zouden weerzien
we would meet again
zouden weerzien
you all would meet again
zouden weerzien
they would meet again
Subjunctive mood
zie weer
I meet again
zie weer
you meet again
zie weer
he/she/it meet again
zie weer
we meet again
zie weer
you all meet again
zie weer
they meet again
Past perfect tense
had weergezien
I had met again
had weergezien
you had met again
had weergezien
he/she/it had met again
hadden weergezien
we had met again
hadden weergezien
you all had met again
hadden weergezien
they had met again
Future perf.
zal weergezien hebben
I will have met again
zal weergezien hebben
you will have met again
zal weergezien hebben
he/she/it will have met again
zullen weergezien hebben
we will have met again
zullen weergezien hebben
you all will have met again
zullen weergezien hebben
they will have met again
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weergezien hebben
I would have met again
zou weergezien hebben
you would have met again
zou weergezien hebben
he/she/it would have met again
zouden weergezien hebben
we would have met again
zouden weergezien hebben
you all would have met again
zouden weergezien hebben
they would have met again
Present bijzin tense
weerzie
I meet again
weerziet
you meet again
weerziet
he/she/it meets again
weerzien
we meet again
weerzien
you all meet again
weerzien
they meet again
Past bijzin tense
weerzag
I met again
weerzag
you met again
weerzag
he/she/it met again
weerzagen
we met again
weerzagen
you all met again
weerzagen
they met again
Future bijzin tense
zal weerzien
I will meet again
zult weerzien
you will meet again
zal weerzien
he/she/it will meet again
zullen weerzien
we will meet again
zullen weerzien
you all will meet again
zullen weerzien
they will meet again
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou weerzien
I would meet again
zou weerzien
you would meet again
zou weerzien
he/she/it would meet again
zouden weerzien
we would meet again
zouden weerzien
you all would meet again
zouden weerzien
they would meet again
Subjunctive bijzin mood
weerzie
I meet again
weerzie
you meet again
weerzie
he/she/it meet again
weerzie
we meet again
weerzie
you all meet again
weerzie
they meet again
Du
Ihr
Imperative mood
zie weer
meet again
ziet w
meet again

Examples of weerzien

Example in DutchTranslation in English
"Dit zijn de dagen dat we elkaar weerzien.""here are the days when we meet again"
"Wacht, op een dag zullen we elkaar weerzien""Wait, some day we'll meet again"
"dank kan ik als we elkaar weerzien jouw mening eens horen"."so that when we meet again I can have your opinion".
'God weet wanneer we elkander weerzien.' Dat is Shakespeare.My darling, farewell. God knows when we shall meet again. That's Shakespeare, you know?
Aangezien het onwaarschijnlijk is, dat wij elkaar ooit weerzien, zeg ik het nu.Since it's unlikely we'll ever meet again, I might as well say it now.
Ik ben blij dat we elkaar weergezien hebben, oude vriend.And I'm glad we met again, my old friend.
Zelfs als je iemand weerziet, ben je nog niet verliefd.Even if you meet again, who says you're in love?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerzien
look down
overzien
oversee

Similar but longer

wederzien
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'meet again':

None found.
Learning languages?