Wachtlopen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of wachtlopen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loop wacht
I do
loopt wacht
you do
loopt wacht
he/she/it does
lopen wacht
we do
lopen wacht
you all do
lopen wacht
they do
Present perfect tense
heb wachtgelopen
I have done
hebt wachtgelopen
you have done
heeft wachtgelopen
he/she/it has done
hebben wachtgelopen
we have done
hebben wachtgelopen
you all have done
hebben wachtgelopen
they have done
Past tense
liep wacht
I did
liep wacht
you did
liep wacht
he/she/it did
liepen wacht
we did
liepen wacht
you all did
liepen wacht
they did
Future tense
zal wachtlopen
I will do
zult wachtlopen
you will do
zal wachtlopen
he/she/it will do
zullen wachtlopen
we will do
zullen wachtlopen
you all will do
zullen wachtlopen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wachtlopen
I would do
zou wachtlopen
you would do
zou wachtlopen
he/she/it would do
zouden wachtlopen
we would do
zouden wachtlopen
you all would do
zouden wachtlopen
they would do
Subjunctive mood
lope wacht
I do
lope wacht
you do
lope wacht
he/she/it do
lope wacht
we do
lope wacht
you all do
lope wacht
they do
Past perfect tense
had wachtgelopen
I had done
had wachtgelopen
you had done
had wachtgelopen
he/she/it had done
hadden wachtgelopen
we had done
hadden wachtgelopen
you all had done
hadden wachtgelopen
they had done
Future perf.
zal wachtgelopen hebben
I will have done
zal wachtgelopen hebben
you will have done
zal wachtgelopen hebben
he/she/it will have done
zullen wachtgelopen hebben
we will have done
zullen wachtgelopen hebben
you all will have done
zullen wachtgelopen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou wachtgelopen hebben
I would have done
zou wachtgelopen hebben
you would have done
zou wachtgelopen hebben
he/she/it would have done
zouden wachtgelopen hebben
we would have done
zouden wachtgelopen hebben
you all would have done
zouden wachtgelopen hebben
they would have done
Present bijzin tense
wachtloop
I do
wachtloopt
you do
wachtloopt
he/she/it does
wachtlopen
we do
wachtlopen
you all do
wachtlopen
they do
Past bijzin tense
wachtliep
I did
wachtliep
you did
wachtliep
he/she/it did
wachtliepen
we did
wachtliepen
you all did
wachtliepen
they did
Future bijzin tense
zal wachtlopen
I will do
zult wachtlopen
you will do
zal wachtlopen
he/she/it will do
zullen wachtlopen
we will do
zullen wachtlopen
you all will do
zullen wachtlopen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wachtlopen
I would do
zou wachtlopen
you would do
zou wachtlopen
he/she/it would do
zouden wachtlopen
we would do
zouden wachtlopen
you all would do
zouden wachtlopen
they would do
Subjunctive bijzin mood
wachtlope
I do
wachtlope
you do
wachtlope
he/she/it do
wachtlope
we do
wachtlope
you all do
wachtlope
they do
Du
Ihr
Imperative mood
loop wacht
do
loopt wacht
do

Examples of wachtlopen

Example in DutchTranslation in English
En niet te veel rum als je aan het wachtlopen bent.Ar, and when you're doing sentry, though, just ease off a point on the rum.
Ik ga mee wachtlopen.What am I gonna do? I gotta walk the grounds with hotel security.
Ik wil best wachtlopen. Dat is in orde.Assi, I don't mind guarding, it's ok...
Ik wil wel wachtlopen. - Zie je wel.Assi, I don't mind guarding, really...,
Moest zeker nog wachtlopen.Must have had to do last-minute stag.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dichtlopen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voorzitten
preside
vrijwaren
free state
vuilmaken
get dirty
vulgariseren
vulgarize
waarschuwen
warn
wachten
wait
waden
wade
wasemen
vaporize
waterskiƫn
waterski
wc-pot gooien
throw toilet bowl

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?