Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Speak any language with confidence
Take our quick quiz to start your journey to fluency today!
Get started
Search
Voortstuderen (to continue to study) conjugation
Dutch
Conjugation of voortstuderen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
studeer voort
I continue to study
studeert voort
you continue to study
studeert voort
he/she/it continues to study
studeren voort
we continue to study
studeren voort
you all continue to study
studeren voort
they continue to study
Present perfect tense
heb voortgestudeerd
I have continued to study
hebt voortgestudeerd
you have continued to study
heeft voortgestudeerd
he/she/it has continued to study
hebben voortgestudeerd
we have continued to study
hebben voortgestudeerd
you all have continued to study
hebben voortgestudeerd
they have continued to study
Past tense
studeerde voort
I continued to study
studeerde voort
you continued to study
studeerde voort
he/she/it continued to study
studeerden voort
we continued to study
studeerden voort
you all continued to study
studeerden voort
they continued to study
Future tense
zal voortstuderen
I will continue to study
zult voortstuderen
you will continue to study
zal voortstuderen
he/she/it will continue to study
zullen voortstuderen
we will continue to study
zullen voortstuderen
you all will continue to study
zullen voortstuderen
they will continue to study
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voortstuderen
I would continue to study
zou voortstuderen
you would continue to study
zou voortstuderen
he/she/it would continue to study
zouden voortstuderen
we would continue to study
zouden voortstuderen
you all would continue to study
zouden voortstuderen
they would continue to study
Subjunctive mood
studere voort
I continue to study
studere voort
you continue to study
studere voort
he/she/it continue to study
studere voort
we continue to study
studere voort
you all continue to study
studere voort
they continue to study
Past perfect tense
had voortgestudeerd
I had continued to study
had voortgestudeerd
you had continued to study
had voortgestudeerd
he/she/it had continued to study
hadden voortgestudeerd
we had continued to study
hadden voortgestudeerd
you all had continued to study
hadden voortgestudeerd
they had continued to study
Future perf.
zal voortgestudeerd hebben
I will have continued to study
zal voortgestudeerd hebben
you will have continued to study
zal voortgestudeerd hebben
he/she/it will have continued to study
zullen voortgestudeerd hebben
we will have continued to study
zullen voortgestudeerd hebben
you all will have continued to study
zullen voortgestudeerd hebben
they will have continued to study
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voortgestudeerd hebben
I would have continued to study
zou voortgestudeerd hebben
you would have continued to study
zou voortgestudeerd hebben
he/she/it would have continued to study
zouden voortgestudeerd hebben
we would have continued to study
zouden voortgestudeerd hebben
you all would have continued to study
zouden voortgestudeerd hebben
they would have continued to study
Present bijzin tense
voortstudeer
I continue to study
voortstudeert
you continue to study
voortstudeert
he/she/it continues to study
voortstuderen
we continue to study
voortstuderen
you all continue to study
voortstuderen
they continue to study
Past bijzin tense
voortstudeerde
I continued to study
voortstudeerde
you continued to study
voortstudeerde
he/she/it continued to study
voortstudeerden
we continued to study
voortstudeerden
you all continued to study
voortstudeerden
they continued to study
Future bijzin tense
zal voortstuderen
I will continue to study
zult voortstuderen
you will continue to study
zal voortstuderen
he/she/it will continue to study
zullen voortstuderen
we will continue to study
zullen voortstuderen
you all will continue to study
zullen voortstuderen
they will continue to study
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voortstuderen
I would continue to study
zou voortstuderen
you would continue to study
zou voortstuderen
he/she/it would continue to study
zouden voortstuderen
we would continue to study
zouden voortstuderen
you all would continue to study
zouden voortstuderen
they would continue to study
Subjunctive bijzin mood
voortstudere
I continue to study
voortstudere
you continue to study
voortstudere
he/she/it continue to study
voortstudere
we continue to study
voortstudere
you all continue to study
voortstudere
they continue to study
Du
Ihr
Imperative mood
studeer voort
continue to study
studeert voort
continue to study
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
voortsudderen
continue to simmer
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
voorbijtrekken
pass
voortbewegen
propel
voortborduren
elaborate
voorthelpen
continue to help
voortkruipen
creep
voortstrompelen
stumble
voortstuwen
propel
voortzetten
continue
vooruitdringen
push ahead
voorzingen
do
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'continue to study':
None found.