Voorbijflitsen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of voorbijflitsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
flits voorbij
I do
flitst voorbij
you do
flitst voorbij
he/she/it does
flitsen voorbij
we do
flitsen voorbij
you all do
flitsen voorbij
they do
Present perfect tense
ben voorbijgeflitst
I have done
bent voorbijgeflitst
you have done
is voorbijgeflitst
he/she/it has done
zijn voorbijgeflitst
we have done
zijn voorbijgeflitst
you all have done
zijn voorbijgeflitst
they have done
Past tense
flitste voorbij
I did
flitste voorbij
you did
flitste voorbij
he/she/it did
flitsten voorbij
we did
flitsten voorbij
you all did
flitsten voorbij
they did
Future tense
zal voorbijflitsen
I will do
zult voorbijflitsen
you will do
zal voorbijflitsen
he/she/it will do
zullen voorbijflitsen
we will do
zullen voorbijflitsen
you all will do
zullen voorbijflitsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorbijflitsen
I would do
zou voorbijflitsen
you would do
zou voorbijflitsen
he/she/it would do
zouden voorbijflitsen
we would do
zouden voorbijflitsen
you all would do
zouden voorbijflitsen
they would do
Subjunctive mood
flitse voorbij
I do
flitse voorbij
you do
flitse voorbij
he/she/it do
flitse voorbij
we do
flitse voorbij
you all do
flitse voorbij
they do
Past perfect tense
was voorbijgeflitst
I had done
was voorbijgeflitst
you had done
was voorbijgeflitst
he/she/it had done
waren voorbijgeflitst
we had done
waren voorbijgeflitst
you all had done
waren voorbijgeflitst
they had done
Future perf.
zal voorbijgeflitst zijn
I will have done
zal voorbijgeflitst zijn
you will have done
zal voorbijgeflitst zijn
he/she/it will have done
zullen voorbijgeflitst zijn
we will have done
zullen voorbijgeflitst zijn
you all will have done
zullen voorbijgeflitst zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorbijgeflitst zijn
I would have done
zou voorbijgeflitst zijn
you would have done
zou voorbijgeflitst zijn
he/she/it would have done
zouden voorbijgeflitst zijn
we would have done
zouden voorbijgeflitst zijn
you all would have done
zouden voorbijgeflitst zijn
they would have done
Present bijzin tense
voorbijflits
I do
voorbijflitst
you do
voorbijflitst
he/she/it does
voorbijflitsen
we do
voorbijflitsen
you all do
voorbijflitsen
they do
Past bijzin tense
voorbijflitste
I did
voorbijflitste
you did
voorbijflitste
he/she/it did
voorbijflitsten
we did
voorbijflitsten
you all did
voorbijflitsten
they did
Future bijzin tense
zal voorbijflitsen
I will do
zult voorbijflitsen
you will do
zal voorbijflitsen
he/she/it will do
zullen voorbijflitsen
we will do
zullen voorbijflitsen
you all will do
zullen voorbijflitsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorbijflitsen
I would do
zou voorbijflitsen
you would do
zou voorbijflitsen
he/she/it would do
zouden voorbijflitsen
we would do
zouden voorbijflitsen
you all would do
zouden voorbijflitsen
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorbijflitse
I do
voorbijflitse
you do
voorbijflitse
he/she/it do
voorbijflitse
we do
voorbijflitse
you all do
voorbijflitse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
flits voorbij
do
flitst voorbij
do

Examples of voorbijflitsen

Example in DutchTranslation in English
Mijn leven flitste voorbij, we hebben teveel Star Wars zooi gedaan.I saw my whole life flash before my eyes, and we did way too much Star Wars crap.
Dat bedoelen ze met je leven dat voor je ogen voorbijflitst. Elke deur die ik opende, was een ander hoofdstuk. Goed, slecht, bloederig.Y-you know, I swear that's what they mean about your life flashing before your eyes, 'cause every time I opened the door, there was another chapter inside -- the good, the bad, the bloody.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voorbijfietsen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?