Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
volpraten
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
volpraten
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
praat vol
I do
praat vol
you do
praat vol
he/she/it does
praten vol
we do
praten vol
you all do
praten vol
they do
Present perfect tense
heb volgepraat
I have done
hebt volgepraat
you have done
heeft volgepraat
he/she/it has done
hebben volgepraat
we have done
hebben volgepraat
you all have done
hebben volgepraat
they have done
Past tense
praatte vol
I did
praatte vol
you did
praatte vol
he/she/it did
praatten vol
we did
praatten vol
you all did
praatten vol
they did
Future tense
zal volpraten
I will do
zult volpraten
you will do
zal volpraten
he/she/it will do
zullen volpraten
we will do
zullen volpraten
you all will do
zullen volpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou volpraten
I would do
zou volpraten
you would do
zou volpraten
he/she/it would do
zouden volpraten
we would do
zouden volpraten
you all would do
zouden volpraten
they would do
Subjunctive mood
prate vol
I do
prate vol
you do
prate vol
he/she/it do
prate vol
we do
prate vol
you all do
prate vol
they do
Past perfect tense
had volgepraat
I had done
had volgepraat
you had done
had volgepraat
he/she/it had done
hadden volgepraat
we had done
hadden volgepraat
you all had done
hadden volgepraat
they had done
Future perf.
zal volgepraat hebben
I will have done
zal volgepraat hebben
you will have done
zal volgepraat hebben
he/she/it will have done
zullen volgepraat hebben
we will have done
zullen volgepraat hebben
you all will have done
zullen volgepraat hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou volgepraat hebben
I would have done
zou volgepraat hebben
you would have done
zou volgepraat hebben
he/she/it would have done
zouden volgepraat hebben
we would have done
zouden volgepraat hebben
you all would have done
zouden volgepraat hebben
they would have done
Present bijzin tense
volpraat
I do
volpraat
you do
volpraat
he/she/it does
volpraten
we do
volpraten
you all do
volpraten
they do
Past bijzin tense
volpraatte
I did
volpraatte
you did
volpraatte
he/she/it did
volpraatten
we did
volpraatten
you all did
volpraatten
they did
Future bijzin tense
zal volpraten
I will do
zult volpraten
you will do
zal volpraten
he/she/it will do
zullen volpraten
we will do
zullen volpraten
you all will do
zullen volpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou volpraten
I would do
zou volpraten
you would do
zou volpraten
he/she/it would do
zouden volpraten
we would do
zouden volpraten
you all would do
zouden volpraten
they would do
Subjunctive bijzin mood
volprate
I do
volprate
you do
volprate
he/she/it do
volprate
we do
volprate
you all do
volprate
they do
Du
Ihr
Imperative mood
praat vol
do
praat vol
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
volpraten
RELATED PAGES
verpraten
talk away
Back to Top