Vliegeren (to kite) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of vliegeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlieger
I kite
vliegert
you kite
vliegert
he/she/it kites
vliegeren
we kite
vliegeren
you all kite
vliegeren
they kite
Present perfect tense
heb gevliegerd
I have kited
hebt gevliegerd
you have kited
heeft gevliegerd
he/she/it has kited
hebben gevliegerd
we have kited
hebben gevliegerd
you all have kited
hebben gevliegerd
they have kited
Past tense
vliegerde
I kited
vliegerde
you kited
vliegerde
he/she/it kited
vliegerden
we kited
vliegerden
you all kited
vliegerden
they kited
Future tense
zal vliegeren
I will kite
zult vliegeren
you will kite
zal vliegeren
he/she/it will kite
zullen vliegeren
we will kite
zullen vliegeren
you all will kite
zullen vliegeren
they will kite
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vliegeren
I would kite
zou vliegeren
you would kite
zou vliegeren
he/she/it would kite
zouden vliegeren
we would kite
zouden vliegeren
you all would kite
zouden vliegeren
they would kite
Subjunctive mood
vliegere
I kite
vliegere
you kite
vliegere
he/she/it kite
vliegere
we kite
vliegere
you all kite
vliegere
they kite
Past perfect tense
had gevliegerd
I had kited
had gevliegerd
you had kited
had gevliegerd
he/she/it had kited
hadden gevliegerd
we had kited
hadden gevliegerd
you all had kited
hadden gevliegerd
they had kited
Future perf.
zal gevliegerd hebben
I will have kited
zal gevliegerd hebben
you will have kited
zal gevliegerd hebben
he/she/it will have kited
zullen gevliegerd hebben
we will have kited
zullen gevliegerd hebben
you all will have kited
zullen gevliegerd hebben
they will have kited
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevliegerd hebben
I would have kited
zou gevliegerd hebben
you would have kited
zou gevliegerd hebben
he/she/it would have kited
zouden gevliegerd hebben
we would have kited
zouden gevliegerd hebben
you all would have kited
zouden gevliegerd hebben
they would have kited
Du
Ihr
Imperative mood
vlieger
kite
vliegert
kite

Examples of vliegeren

Example in DutchTranslation in English
's Nachts vliegeren heeft iets heel ongezonds.There's something about flying a kite at night that's so unwholesome.
- Als jullie zondag komen kunnen we misschien gaan vliegeren.I say, if you come over Sunday, we might fly the kite again.
- Bedankt voor het vliegeren.And thank you for the kite-flying.
- Ik kan vliegeren.- I made a kite fly.
- Maar ik wil met m'n kite vliegeren.But I want to fly my kite!
"Blozend gezicht, rode wangen, hoog op een piek, in zijn hand hield hij stevig zijn vlieger."Ruddy face, red cheek, high up a peak, in hand held firmly his kite.
"Nu Chil de vlieger de nacht thuis brengt"now rann the kite brings home the night
# Bongo de stoned krab kwam zo hoog als een vlieger #Bongo the stoned crab got high as a kite
'Huilen als hij zou kunnen, zijn geliefde vlieger zal nooit meer vliegen. ""Cry as he might, his beloved kite will never fly again."
'Ik heb een vlieger."I've got a kite.
Je 6-jarige zoon, Oba, die graag vliegert.Your wife Helena, your 6-year-old son Oba, Who likes to fly kites.
Jij vliegert.The kite goes. Go ahead. Go ahead.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vlinderen
flit
vluggeren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'kite':

None found.
Learning languages?