Verzwaren (to aggravate) conjugation

Dutch

Conjugation of verzwaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verzwaar
I aggravate
verzwaart
you aggravate
verzwaart
he/she/it aggravates
verzwaren
we aggravate
verzwaren
you all aggravate
verzwaren
they aggravate
Present perfect tense
heb verzwaard
I have aggravated
hebt verzwaard
you have aggravated
heeft verzwaard
he/she/it has aggravated
hebben verzwaard
we have aggravated
hebben verzwaard
you all have aggravated
hebben verzwaard
they have aggravated
Past tense
verzwaarde
I aggravated
verzwaarde
you aggravated
verzwaarde
he/she/it aggravated
verzwaarden
we aggravated
verzwaarden
you all aggravated
verzwaarden
they aggravated
Future tense
zal verzwaren
I will aggravate
zult verzwaren
you will aggravate
zal verzwaren
he/she/it will aggravate
zullen verzwaren
we will aggravate
zullen verzwaren
you all will aggravate
zullen verzwaren
they will aggravate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verzwaren
I would aggravate
zou verzwaren
you would aggravate
zou verzwaren
he/she/it would aggravate
zouden verzwaren
we would aggravate
zouden verzwaren
you all would aggravate
zouden verzwaren
they would aggravate
Subjunctive mood
verzware
I aggravate
verzware
you aggravate
verzware
he/she/it aggravate
verzware
we aggravate
verzware
you all aggravate
verzware
they aggravate
Past perfect tense
had verzwaard
I had aggravated
had verzwaard
you had aggravated
had verzwaard
he/she/it had aggravated
hadden verzwaard
we had aggravated
hadden verzwaard
you all had aggravated
hadden verzwaard
they had aggravated
Future perf.
zal verzwaard hebben
I will have aggravated
zal verzwaard hebben
you will have aggravated
zal verzwaard hebben
he/she/it will have aggravated
zullen verzwaard hebben
we will have aggravated
zullen verzwaard hebben
you all will have aggravated
zullen verzwaard hebben
they will have aggravated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verzwaard hebben
I would have aggravated
zou verzwaard hebben
you would have aggravated
zou verzwaard hebben
he/she/it would have aggravated
zouden verzwaard hebben
we would have aggravated
zouden verzwaard hebben
you all would have aggravated
zouden verzwaard hebben
they would have aggravated
Du
Ihr
Imperative mood
verzwaar
aggravate
verzwaart
aggravate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verklaren
explain
verzweren
ulcerate

Similar but longer

verzwageren
intermarry

Random

verversen
refresh
vervullen
fulfill
verwikkelen
embroil
verzachten
strangle
verzieken
screw up
verzuipen
drown
verzwakken
weaken
verzwelgen
engulf
verzwieren
do
vlammen
flame

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'aggravate':

None found.
Learning languages?