Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verwinteren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verwinter
verwintert
verwintert
verwinteren
verwinteren
verwinteren
Present perfect tense
heb verwinterd
hebt verwinterd
heeft verwinterd
hebben verwinterd
hebben verwinterd
hebben verwinterd
Past tense
verwinterde
verwinterde
verwinterde
verwinterden
verwinterden
verwinterden
Future tense
zal verwinteren
zult verwinteren
zal verwinteren
zullen verwinteren
zullen verwinteren
zullen verwinteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verwinteren
zou verwinteren
zou verwinteren
zouden verwinteren
zouden verwinteren
zouden verwinteren
Subjunctive mood
verwintere
verwintere
verwintere
verwintere
verwintere
verwintere
Past perfect tense
had verwinterd
had verwinterd
had verwinterd
hadden verwinterd
hadden verwinterd
hadden verwinterd
Future perf.
zal verwinterd hebben
zal verwinterd hebben
zal verwinterd hebben
zullen verwinterd hebben
zullen verwinterd hebben
zullen verwinterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verwinterd hebben
zou verwinterd hebben
zou verwinterd hebben
zouden verwinterd hebben
zouden verwinterd hebben
zouden verwinterd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verwinter
verwintert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verwesteren
westernize
verwijderen
remove
verwilderen
revert

Similar but longer

overwinteren
overwinter

Random

vertinnen
tin
vervlechten
do
verwelkomen
welcome
verweren
defend
verwezen
do
verwikkelen
embroil
verwinnen
delete collection
verwisselen
do
verworden
degenerate
verzamelen
assemble

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.