Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Versmijten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
versmijt
versmijt
versmijt
versmijten
versmijten
versmijten
Present perfect tense
heb versmeten
hebt versmeten
heeft versmeten
hebben versmeten
hebben versmeten
hebben versmeten
Past tense
versmeet
versmeet
versmeet
versmeten
versmeten
versmeten
Future tense
zal versmijten
zult versmijten
zal versmijten
zullen versmijten
zullen versmijten
zullen versmijten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou versmijten
zou versmijten
zou versmijten
zouden versmijten
zouden versmijten
zouden versmijten
Subjunctive mood
versmijte
versmijte
versmijte
versmijte
versmijte
versmijte
Past perfect tense
had versmeten
had versmeten
had versmeten
hadden versmeten
hadden versmeten
hadden versmeten
Future perf.
zal versmeten hebben
zal versmeten hebben
zal versmeten hebben
zullen versmeten hebben
zullen versmeten hebben
zullen versmeten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou versmeten hebben
zou versmeten hebben
zou versmeten hebben
zouden versmeten hebben
zouden versmeten hebben
zouden versmeten hebben
Du
Ihr
Imperative mood
versmijt
versmijt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verslijten
abrade
versmelten
melt

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.