Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vermunten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vermunt
vermunt
vermunt
vermunten
vermunten
vermunten
Present perfect tense
heb vermunt
hebt vermunt
heeft vermunt
hebben vermunt
hebben vermunt
hebben vermunt
Past tense
vermuntte
vermuntte
vermuntte
vermuntten
vermuntten
vermuntten
Future tense
zal vermunten
zult vermunten
zal vermunten
zullen vermunten
zullen vermunten
zullen vermunten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vermunten
zou vermunten
zou vermunten
zouden vermunten
zouden vermunten
zouden vermunten
Subjunctive mood
vermunte
vermunte
vermunte
vermunte
vermunte
vermunte
Past perfect tense
had vermunt
had vermunt
had vermunt
hadden vermunt
hadden vermunt
hadden vermunt
Future perf.
zal vermunt hebben
zal vermunt hebben
zal vermunt hebben
zullen vermunt hebben
zullen vermunt hebben
zullen vermunt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vermunt hebben
zou vermunt hebben
zou vermunt hebben
zouden vermunt hebben
zouden vermunt hebben
zouden vermunt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vermunt
vermunt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hermunten
do
vermuffen
do
vermurwen
soften

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.