Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verglazen (to glaze) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verglaas
verglaast
verglaast
verglazen
verglazen
verglazen
Present perfect tense
heb verglaasd
hebt verglaasd
heeft verglaasd
hebben verglaasd
hebben verglaasd
hebben verglaasd
Past tense
verglaasde
verglaasde
verglaasde
verglaasden
verglaasden
verglaasden
Future tense
zal verglazen
zult verglazen
zal verglazen
zullen verglazen
zullen verglazen
zullen verglazen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verglazen
zou verglazen
zou verglazen
zouden verglazen
zouden verglazen
zouden verglazen
Subjunctive mood
verglaze
verglaze
verglaze
verglaze
verglaze
verglaze
Past perfect tense
had verglaasd
had verglaasd
had verglaasd
hadden verglaasd
hadden verglaasd
hadden verglaasd
Future perf.
zal verglaasd hebben
zal verglaasd hebben
zal verglaasd hebben
zullen verglaasd hebben
zullen verglaasd hebben
zullen verglaasd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verglaasd hebben
zou verglaasd hebben
zou verglaasd hebben
zouden verglaasd hebben
zouden verglaasd hebben
zouden verglaasd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verglaas
verglaast

Examples of verglazen

Example in DutchTranslation in English
Zou de aanwezigheid van junkies al deze onopgegeten patat verklaren ? Deze plassen verglaasde ketchup op het bureau ?Would the presence of junkies account for all these fries, these puddles of glazed ketchup on the bureau?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdwazen
get lost
verguizen
revile

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'glaze':

None found.