Uitvliegen (to fledge) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of uitvliegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlieg uit
I fledge
vliegt uit
you fledge
vliegt uit
he/she/it fledges
vliegen uit
we fledge
vliegen uit
you all fledge
vliegen uit
they fledge
Present perfect tense
ben uitgevlogen
I have fledged
bent uitgevlogen
you have fledged
is uitgevlogen
he/she/it has fledged
zijn uitgevlogen
we have fledged
zijn uitgevlogen
you all have fledged
zijn uitgevlogen
they have fledged
Past tense
vloog uit
I fledged
vloog uit
you fledged
vloog uit
he/she/it fledged
vlogen uit
we fledged
vlogen uit
you all fledged
vlogen uit
they fledged
Future tense
zal uitvliegen
I will fledge
zult uitvliegen
you will fledge
zal uitvliegen
he/she/it will fledge
zullen uitvliegen
we will fledge
zullen uitvliegen
you all will fledge
zullen uitvliegen
they will fledge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitvliegen
I would fledge
zou uitvliegen
you would fledge
zou uitvliegen
he/she/it would fledge
zouden uitvliegen
we would fledge
zouden uitvliegen
you all would fledge
zouden uitvliegen
they would fledge
Subjunctive mood
vliege uit
I fledge
vliege uit
you fledge
vliege uit
he/she/it fledge
vliege uit
we fledge
vliege uit
you all fledge
vliege uit
they fledge
Past perfect tense
was uitgevlogen
I had fledged
was uitgevlogen
you had fledged
was uitgevlogen
he/she/it had fledged
waren uitgevlogen
we had fledged
waren uitgevlogen
you all had fledged
waren uitgevlogen
they had fledged
Future perf.
zal uitgevlogen zijn
I will have fledged
zal uitgevlogen zijn
you will have fledged
zal uitgevlogen zijn
he/she/it will have fledged
zullen uitgevlogen zijn
we will have fledged
zullen uitgevlogen zijn
you all will have fledged
zullen uitgevlogen zijn
they will have fledged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgevlogen zijn
I would have fledged
zou uitgevlogen zijn
you would have fledged
zou uitgevlogen zijn
he/she/it would have fledged
zouden uitgevlogen zijn
we would have fledged
zouden uitgevlogen zijn
you all would have fledged
zouden uitgevlogen zijn
they would have fledged
Present bijzin tense
uitvlieg
I fledge
uitvliegt
you fledge
uitvliegt
he/she/it fledges
uitvliegen
we fledge
uitvliegen
you all fledge
uitvliegen
they fledge
Past bijzin tense
uitvloog
I fledged
uitvloog
you fledged
uitvloog
he/she/it fledged
uitvlogen
we fledged
uitvlogen
you all fledged
uitvlogen
they fledged
Future bijzin tense
zal uitvliegen
I will fledge
zult uitvliegen
you will fledge
zal uitvliegen
he/she/it will fledge
zullen uitvliegen
we will fledge
zullen uitvliegen
you all will fledge
zullen uitvliegen
they will fledge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitvliegen
I would fledge
zou uitvliegen
you would fledge
zou uitvliegen
he/she/it would fledge
zouden uitvliegen
we would fledge
zouden uitvliegen
you all would fledge
zouden uitvliegen
they would fledge
Subjunctive bijzin mood
uitvliege
I fledge
uitvliege
you fledge
uitvliege
he/she/it fledge
uitvliege
we fledge
uitvliege
you all fledge
uitvliege
they fledge
Du
Ihr
Imperative mood
vlieg uit
fledge
vliegt uit
fledge

Examples of uitvliegen

Example in DutchTranslation in English
ze komen hier ieder jaar bijeen, precies wanneer albatros kuikens uitvliegen.They congregate here every year, precisely when albatross chicks fledge.
Insecten, opgejaagd door de luidruchtige machines, worden gepakt door groepen roodborstzwaluwen, inclusief de jongen van dit jaar, die enkele weken geleden zijn uitgevlogen.Insects, stirred up by the noisy machines, are snapped up(ѸËٵõ½) by gangs of red-rumped(ÍÎ) swallows including this year's youngsters who have fledged(³¤Ã") several keeks ago

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontvliegen
do
uitvlaggen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fledge':

None found.
Learning languages?