Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uittorenen (to do) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
toren uit
torent uit
torent uit
torenen uit
torenen uit
torenen uit
Present perfect tense
heb uitgetorend
hebt uitgetorend
heeft uitgetorend
hebben uitgetorend
hebben uitgetorend
hebben uitgetorend
Past tense
torende uit
torende uit
torende uit
torenden uit
torenden uit
torenden uit
Future tense
zal uittorenen
zult uittorenen
zal uittorenen
zullen uittorenen
zullen uittorenen
zullen uittorenen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uittorenen
zou uittorenen
zou uittorenen
zouden uittorenen
zouden uittorenen
zouden uittorenen
Subjunctive mood
torene uit
torene uit
torene uit
torene uit
torene uit
torene uit
Past perfect tense
had uitgetorend
had uitgetorend
had uitgetorend
hadden uitgetorend
hadden uitgetorend
hadden uitgetorend
Future perf.
zal uitgetorend hebben
zal uitgetorend hebben
zal uitgetorend hebben
zullen uitgetorend hebben
zullen uitgetorend hebben
zullen uitgetorend hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgetorend hebben
zou uitgetorend hebben
zou uitgetorend hebben
zouden uitgetorend hebben
zouden uitgetorend hebben
zouden uitgetorend hebben
Present bijzin tense
uittoren
uittorent
uittorent
uittorenen
uittorenen
uittorenen
Past bijzin tense
uittorende
uittorende
uittorende
uittorenden
uittorenden
uittorenden
Future bijzin tense
zal uittorenen
zult uittorenen
zal uittorenen
zullen uittorenen
zullen uittorenen
zullen uittorenen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uittorenen
zou uittorenen
zou uittorenen
zouden uittorenen
zouden uittorenen
zouden uittorenen
Subjunctive bijzin mood
uittorene
uittorene
uittorene
uittorene
uittorene
uittorene
Du
Ihr
Imperative mood
toren uit
torent uit

Examples of uittorenen

Example in DutchTranslation in English
uittorenen
Wil je echt niet naar dat verjaardagsfeest ? Je zal boven de mensen uittorenen.		You sure you don't wanna go to Joe and Larry's kid's party?
toren uit
En nu verlaat geen van beiden zijn geïsoleerde toren uit angst voor wat de ander hem aan zal doen.		And now neither man leaves his respective tower of isolation for fear of what the other man will do to him.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uittekenen
draw

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitloggen
do
uitrijden
act
uitspatten
splash
uitstralen
emit
uittellen
pull up
uittikken
type out
uittillen
lift out
uittrappen
kick
uitvagen
sweep
uitvieren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.