Uitdienen (to serve out) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of uitdienen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dien uit
I serve out
dient uit
you serve out
dient uit
he/she/it serves out
dienen uit
we serve out
dienen uit
you all serve out
dienen uit
they serve out
Present perfect tense
heb uitgediend
I have served out
hebt uitgediend
you have served out
heeft uitgediend
he/she/it has served out
hebben uitgediend
we have served out
hebben uitgediend
you all have served out
hebben uitgediend
they have served out
Past tense
diende uit
I served out
diende uit
you served out
diende uit
he/she/it served out
dienden uit
we served out
dienden uit
you all served out
dienden uit
they served out
Future tense
zal uitdienen
I will serve out
zult uitdienen
you will serve out
zal uitdienen
he/she/it will serve out
zullen uitdienen
we will serve out
zullen uitdienen
you all will serve out
zullen uitdienen
they will serve out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitdienen
I would serve out
zou uitdienen
you would serve out
zou uitdienen
he/she/it would serve out
zouden uitdienen
we would serve out
zouden uitdienen
you all would serve out
zouden uitdienen
they would serve out
Subjunctive mood
diene uit
I serve out
diene uit
you serve out
diene uit
he/she/it serve out
diene uit
we serve out
diene uit
you all serve out
diene uit
they serve out
Past perfect tense
had uitgediend
I had served out
had uitgediend
you had served out
had uitgediend
he/she/it had served out
hadden uitgediend
we had served out
hadden uitgediend
you all had served out
hadden uitgediend
they had served out
Future perf.
zal uitgediend hebben
I will have served out
zal uitgediend hebben
you will have served out
zal uitgediend hebben
he/she/it will have served out
zullen uitgediend hebben
we will have served out
zullen uitgediend hebben
you all will have served out
zullen uitgediend hebben
they will have served out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgediend hebben
I would have served out
zou uitgediend hebben
you would have served out
zou uitgediend hebben
he/she/it would have served out
zouden uitgediend hebben
we would have served out
zouden uitgediend hebben
you all would have served out
zouden uitgediend hebben
they would have served out
Present bijzin tense
uitdien
I serve out
uitdient
you serve out
uitdient
he/she/it serves out
uitdienen
we serve out
uitdienen
you all serve out
uitdienen
they serve out
Past bijzin tense
uitdiende
I served out
uitdiende
you served out
uitdiende
he/she/it served out
uitdienden
we served out
uitdienden
you all served out
uitdienden
they served out
Future bijzin tense
zal uitdienen
I will serve out
zult uitdienen
you will serve out
zal uitdienen
he/she/it will serve out
zullen uitdienen
we will serve out
zullen uitdienen
you all will serve out
zullen uitdienen
they will serve out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitdienen
I would serve out
zou uitdienen
you would serve out
zou uitdienen
he/she/it would serve out
zouden uitdienen
we would serve out
zouden uitdienen
you all would serve out
zouden uitdienen
they would serve out
Subjunctive bijzin mood
uitdiene
I serve out
uitdiene
you serve out
uitdiene
he/she/it serve out
uitdiene
we serve out
uitdiene
you all serve out
uitdiene
they serve out
Du
Ihr
Imperative mood
dien uit
serve out
dient uit
serve out

Examples of uitdienen

Example in DutchTranslation in English
- Je dienst uitdienen?- You serve out service?
Het Congreslid zei dat hij zijn ambtsperiode zal uitdienen.The congressman pledged to disprove the allegations and serve out his term.
Mag ik je erop wijzen dat Julio zijn vijf maanden schorsing zonder salaris heeft uitgediend, en dat gedragstherapeuten zeggen, dat hij zijn drift onder controle heeft?May I remind you that Julio has served out his full five-month suspension without pay, and behavioral science says he has a grip on his temper.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitboenen
do
uitdiepen
deepen
uitdunnen
do
uitkienen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

treuzelen
dawdle
tukken
do
uitbomen
do
uitbraden
do
uitbranden
burn
uitdeuken
dent removal
uitdiepen
deepen
uitdossen
dress up
uitdruppen
drip
uitfilteren
filter

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'serve out':

None found.
Learning languages?