Twijfelen (to hesitate) conjugation

Dutch
29 examples

Conjugation of twijfelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
twijfel
I hesitate
twijfelt
you hesitate
twijfelt
he/she/it hesitates
twijfelen
we hesitate
twijfelen
you all hesitate
twijfelen
they hesitate
Present perfect tense
heb getwijfeld
I have hesitated
hebt getwijfeld
you have hesitated
heeft getwijfeld
he/she/it has hesitated
hebben getwijfeld
we have hesitated
hebben getwijfeld
you all have hesitated
hebben getwijfeld
they have hesitated
Past tense
twijfelde
I hesitated
twijfelde
you hesitated
twijfelde
he/she/it hesitated
twijfelden
we hesitated
twijfelden
you all hesitated
twijfelden
they hesitated
Future tense
zal twijfelen
I will hesitate
zult twijfelen
you will hesitate
zal twijfelen
he/she/it will hesitate
zullen twijfelen
we will hesitate
zullen twijfelen
you all will hesitate
zullen twijfelen
they will hesitate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou twijfelen
I would hesitate
zou twijfelen
you would hesitate
zou twijfelen
he/she/it would hesitate
zouden twijfelen
we would hesitate
zouden twijfelen
you all would hesitate
zouden twijfelen
they would hesitate
Subjunctive mood
twijfele
I hesitate
twijfele
you hesitate
twijfele
he/she/it hesitate
twijfele
we hesitate
twijfele
you all hesitate
twijfele
they hesitate
Past perfect tense
had getwijfeld
I had hesitated
had getwijfeld
you had hesitated
had getwijfeld
he/she/it had hesitated
hadden getwijfeld
we had hesitated
hadden getwijfeld
you all had hesitated
hadden getwijfeld
they had hesitated
Future perf.
zal getwijfeld hebben
I will have hesitated
zal getwijfeld hebben
you will have hesitated
zal getwijfeld hebben
he/she/it will have hesitated
zullen getwijfeld hebben
we will have hesitated
zullen getwijfeld hebben
you all will have hesitated
zullen getwijfeld hebben
they will have hesitated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getwijfeld hebben
I would have hesitated
zou getwijfeld hebben
you would have hesitated
zou getwijfeld hebben
he/she/it would have hesitated
zouden getwijfeld hebben
we would have hesitated
zouden getwijfeld hebben
you all would have hesitated
zouden getwijfeld hebben
they would have hesitated
Du
Ihr
Imperative mood
twijfel
hesitate
twijfelt
hesitate

Examples of twijfelen

Example in DutchTranslation in English
- Als jullie niet meteen opletten... zal ik er niet aan twijfelen om jullie mijn grote naakte zwangerschapsnavel te laten zien.You got to see this. If you do not pay attention right now, I will not hesitate to flash you my giant, veiny, naked pregnancy belly button.
- En nooit twijfelen om naar San Diego te komen.I never hesitate when somebody says, "Will you come to San Diego?" I'm always ready to do that.
- Je WAS in het voordeel, je mag niet twijfelen.- You had the advantage, you can't hesitate.
Als Jessi ook maar een afspraak mist, zal ik niet twijfelen om Jeugdzorg in te schakelen.In fact, if Jessi misses even one appointment, I won't hesitate to call Social Services.
Als de rollen omgedraaid waren, zou hij niet twijfelen om je neer te schieten... of Nathan.If the tables were turned, He would not hesitate to put a bullet in your brain, Or Nathan's.
"Niet zo heet als twee zomers geleden." Iets anders, de minste twijfel... en ik schoot hem neer."Not as sticky as two summers ago." Anything else, he even hesitates, - - I shoot him.
Als dit fout loopt twijfel ik niet om je te vermoorden.Oh, uh, just so you know, if this goes south, I will not hesitate to kill you.
Als er iets is wat ik ooit kan doen, twijfel niet.Anything else i can ever do, please don't hesitate.
Als het die andere vent is, twijfel dan niet.If it's the other guy, don't hesitate.
Als ik nog ergens mee kan helpen... twijfel dan niet om te bellen.If I can be of any assistance... please don't hesitate to call.
- Je twijfelt of je gaat antwoorden?You hesitate to answer the question?
Aarzel nooit meer omdat je aan jezelf twijfelt.Don't ever hesitate because you second-guessed yourself, again.
Als hij twijfelt is het over.If he hesitates, l'll nail him.
Als je twijfelt, dan sterf je.You hesitate, you die.
Als je twijfelt, gaat het weer van voor af aan.You hesitate, this is gonna start all over again.
- De oude Daniel zou niet getwijfeld hebben.The old Daniel wouldn't have hesitated.
- Heb je getwijfeld?If I hadn't hesitated - - You did?
Als dat eenmaal is gebeurd, kan je jezelf wel een schop verkopen omdat je hebt getwijfeld.- No, once she is, you'll kick yourself for having hesitated.
Als je ook maar even getwijfeld had...If you had hesitated for even a moment...
Als we niet getwijfeld hadden eerder, dan hadden we misschien...- Had we not hesitated previously, we might... - Hmm!
- Hé, je twijfelde vandaag, hoe kwam dat?- Hey, you hesitated today.
- Ik twijfelde... toen op het dak.- I hesitated... Back there on the roof.
- Je twijfelde.- You hesitated.
- Maar deed dat niet. Ik twijfelde.I hesitated.
- Pelant twijfelde nooit.Pelant never hesitated.
- Ze twijfelden.They hesitated.
Daarom twijfelden ze. Ze wisten dat ik het zou verpesten. En dat heb ik gedaan.That's why they hesitated because they knew I'd screw up, and I did.
De immer vrolijke mannen twijfelden niet over operaties.They were consistently cheerful, and they never hesitated to undergo operations.
Ze twijfelden en niet vanwege jou.No, no, no. They hesitated, and not--and not 'cause of you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

twinkelen
twinkle

Similar but longer

betwijfelen
patronize

Random

torderen
twist
transcriberen
transcribe
traverseren
traverse
tuimelen
tumble
tukken
do
tv-kijken
watch television
tweeten
tweet
twijnen
twine
twitteren
tweet
typen
type

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hesitate':

None found.
Learning languages?